Collega André van verkeerspolitie rijdt op de politiemotor
op de snelweg als hij een auto in de gaten krijgt die er behoorlijk de vaart in
heeft. Hij rijdt met een snelheid van 150 kilometer per uur terwijl 100 kilometer
per uur is toegestaan. Hij zet de auto op het tankstation aan de kant en spreekt
de bestuurder aan. De man, genaamd Jan Vlok (gefingeerd), vertelt nogal haast
te hebben, omdat zijn vrouw gebeld heeft dat ze gaat bevallen in het ziekenhuis.
Nou is het zo dat we in zo’n geval meestal de hand over het hart strijken, wel
rekening houdend dat het ook wel eens een smoes kan zijn om onder de bekeuring
uit te komen. André noteert dus de gegevens van Jan Vlok, inclusief het
telefoonnummer van zijn mobiel en informeert in welk ziekenhuis zijn vrouw gaat
bevallen. Jan vertelt dat hij op weg is naar ziekenhuis X. André geeft hem zijn
rijbewijs terug en vertelt dat hij wel een geboortekaartje wenst te ontvangen als
bewijs dat Jan niet liegt en geeft hem het adres van het politiebureau.
Enige weken later ontvangt André een geboortekaartje van de
geboorte van een dochter, genaamd Shirley (gefingeerd), geboren op de dag dat
André Jan heeft gecontroleerd. André laat mij het geboortekaartje zien en
nieuwsgierig geworden controleer ik het adres via het bevolkingsregister. Ik
zie dat er op het adres twee mensen ingeschreven staan, namelijk Jan en een
vrouw, maar geen kind. Dat is vreemd en wat ik ook raar vind is dat op het
kaartje het mobiele telefoonnummer van Jan staat. De moeder wordt toch als
eerste gebeld na een geboorte? André draait het mobiele nummer van Jan en zet
de telefoon op meeluisteren, zodat ik het gesprek kan volgen. André feliciteert
Jan met de geboorte van zijn dochter en informeert in welk ziekenhuis ze nou
precies geboren is. Hij rept echter met geen woord over het feit dat we al in
het bevolkingsregister hebben gekeken, omdat het mogelijk misschien een fout in
het register is. Na beëindiging van het gesprek belt André het ziekenhuis, waar
ze echter vertellen dat noch Jan, noch zijn vrouw daar patiënt zijn geweest.Hierop belt André wederom naar Jan en vertelt dat er geen Shirley is geboren en dat Shirley ook niet in het bevolkingsregister is ingeschreven. Het is even stil aan de andere kant. Dan verdraait Jan zijn stem en zegt op een geëmotioneerde toon dat ze wel in het ziekenhuis zijn geweest, maar Shirley bij de geboorte is overleden. Dan ben je even stil en weet je eigenlijk niet wat je moet zeggen. André condoleert Jan met het verlies en hangt de telefoon op. Zo’n verhaal verzin je niet, dus neem je aan dat het de waarheid is. Verbijsterd kijken we elkaar aan, maar één ding blijft bij me knagen. Het mobiele telefoonnummer van Jan wat op het kaartje staat. Ik zoek me suf in allerlei systemen en ontdek een gewone huistelefoonaansluiting. Dus besluiten we dit nummer te bellen. We horen dat een vrouw de telefoon opneemt. André vraagt aan de vrouw of haar vriend/man Jan Vlok heet en de vrouw bevestigt dit. André vertelt dat hij een geboortekaartje van Shirley voor zich heeft liggen en dat hij van Jan begrepen heeft dat Shirley na de geboorte is overleden.
Het is vervolgens angstig stil aan de andere kant van de
lijn. Met een piepstem vraagt de vrouw wie ze aan de lijn heeft, waarop André haar
nogmaals vertelt dat hij van de Politie is en dat hij een geboortekaartje van
Jan heeft gekregen. Hij vertelt verder wat Jan allemaal heeft gezegd en ook van
het overlijden van Shirley. Het blijft wederom angstig stil aan de andere kant
van de lijn. Hierna klinkt gesnik van de vrouw, waarop André en ik elkaar
aankijken. André vraagt nogmaals of het de waarheid is wat Jan vertelt heeft.
De vrouw begint daarna te vertellen dat ze er helemaal niets van begrijpt. Ze
is helemaal niet bevallen van een dochter, maar is nog steeds hoogzwanger van
hun eerste kindje. Zij en haar man Jan weten dat het een dochter wordt, wat ze
na de geboorte de naam Shirley geven. Als ze hoort dat Jan heeft verteld dat
Shirley bij de geboorte was overleden, kan ze haast niet geloven dat haar man
dit allemaal heeft verzonnen voor een bekeuring. André noemt het mobiele nummer
wat we zojuist twee keer hebben gebeld en ze beaamt dat dit het nummer is van
Jan. Hierop beëindigen we het telefoongesprek en bellen direct weer het mobiele
telefoonnummer van Jan. Jan neemt echter niet meer op, ondanks vele pogingen. We
bellen hierop opnieuw de vrouw en vragen haar om Jan contact met ons op te laten
nemen. Een uur later belt Jan. Hij biedt zijn excuses aan, maar deze hoont
André weg. Hij krijgt uiteindelijk alsnog zijn bekeuring. Ik heb me nog wel eens
afgevraagd hoe Jan met zijn excuses en
smoesjes (leugens) zijn vrouw onder ogen gekomen is, want ik noem dit gedrag
gewoon ‘schofterig’.