Het was rond 04:00 uur in de nacht toen onze burgerauto van
de verkeerspolitie, voorzien van videoapparatuur, met hoge snelheid werd gepasseerd door een snelheidsmaniak.
Reeds in onze spiegels hadden we hem aan zien komen rijden en tijdens het
passeren, activeerden wij de trajectmeting. Dat wil zeggen dat de meting begint
te lopen van het moment dat het voertuig ons passeert tot het moment dat we hem
weer inhalen en de meting stoppen. Op die manier kun je zien met welke snelheid
een auto van het beginpunt tot het stoppen van de meting heeft gereden over het
traject. Op ruime afstand volgden wij de auto, om te voorkomen dat de
bestuurder later verklaart dat hij bang was voor ‘zijn achtervolgers’ en daarom met hoge snelheid reed. Al gauw wees
de snelheidsmeter rond de 200 kilometer per uur aan, zodat we concludeerden dat
de bestuurder na staandehouding zijn rijbewijs kon inleveren. Aan de rijstijl
van de bestuurder was te zien dat hij duidelijk geen lid was van een speciaal
team van de politie die legitiem de snelheid ruim mocht overschrijden, want van
‘messcherp’ rijden was geen sprake. Na ruim 4000 meter gaf de trajectmeter een signaal ten teken
dat de meting voldoende was en duwden we even het gaspedaal van de Mercedes in
en naderden de auto tot 100 meter. Hierna sloten we de trajectmeting af en
kwamen uit op een gemiddelde snelheid van 198 kilometer per uur waar 100
kilometer per uur is toegestaan. Kennelijk had de bestuurder van de auto toch
goed in zijn binnenspiegel gekeken, want hij ging opeens de toegestane 100
kilometer per uur rijden. Tevens zag hij ook wel dat die auto die hem volgde
ook zijn snelheid reduceerde en achter hem bleef rijden. Oeps, dat zou wel eens
een politieauto kunnen zijn en dat was het ook. Wij gaven de bestuurder een stopteken met het stopbord wat
weggewerkt zit in de zonneklep van de Mercedes. De bestuurder bracht, na het
stopteken te hebben gezien, onmiddellijk zijn auto op de vluchtstrook tot
stilstand, waardoor we genoodzaakt waren om hevig te remmen. Mijn eerste
reactie was: “Wat is dat voor een gek?”. Vervolgens zagen we tot onze verbazing
dat het bestuurdersportier met een ferme zwaai openvloog en een klein mannetje
daaruit sprong, gekleed in een streepjespyjama. Zijn blote voeten staken in
blauw geruite pantoffels. Wij stapten uit ons voertuig en spraken de man aan. We zagen
dat zijn haar ernstig in de slaapstand stond. Dit verergerde nog doordat hij
letterlijk met zijn handen in zijn haar stond en schreeuwde: “Het is zijn
schuld, het is zijn schuld, hij zou de wekker zetten!”. Hij wees daarna naar de
bijrijderkant van zijn auto en schreeuwde vervolgens: “Heb je nu je zin, je
bekijkt het maar, je gaat vandaag NIET op vakantie!”. Toen ik, nieuwsgierig
geworden, naar de bijrijderkant liep, zag ik daar een jongeman ineen gedoken
zitten. Hij bleef stoïcijns voor zich uit kijken, zodat het leek of er een
wassen beeld uit Madame Tussaud zat. Mijn collega probeerde inmiddels de bestuurder
te kalmeren en vroeg hem naar zijn rijbewijs. Ik hoorde de man zeggen dat hij
totaal niets bij zich had en zo uit zijn bed de auto was ingestapt. Nou, dat
was ons nog niet opgevallen. Ik opende het portier en angstig keek de jongeman me aan. Ik
vroeg hem wat er precies aan de hand was en wie die man was die in zijn
slaapkostuum stond te schreeuwen. De jongen verklaarde dat dat zijn vader was
en dat ze op weg waren naar de luchthaven Schiphol. Hij moest zich om 05.00 uur
melden bij de incheckbalie voor zijn vakantie naar Griekenland. Zijn vader had
die avond ervoor meerdere keren gevraagd of hij toch wel een wekker had gezet.
Dit had hij gedaan en zijn vader verteld dat deze zich absoluut geen zorgen
hoefde te maken en dat alles geregeld was. Totdat zoonlief plotseling wakker
schrok en ontdekte dat het 03:45 uur was. De wekker was niet afgegaan!Pa werd op ruwe wijze uit zijn slaap gewekt, de spullen
werden snel ingeladen en zo begon de snelle rit naar Schiphol die op snelweg
A20 in Rotterdam-noord op deze wijze eindigde. Mijn collega had inmiddels
hetzelfde verhaal van de man gehoord. Eigenlijk kwamen we vrij snel tot de
conclusie dat we door het invorderen van het rijbewijs twee mensen zouden
duperen. De man zou zijn rijbewijs voorlopig kwijt zijn en de jongeman zou zijn
vakantie naar Griekenland letterlijk voorbij zien vliegen. Op ons horloge zagen we dat de man nog ruim 50 minuten had
om vanaf Rotterdam-noord naar Schiphol te rijden. Met inachtneming van de
snelheid zou hij dat precies kunnen halen. We stelden de man voor dat hij weer
achter het stuur zou kruipen, zijn rijbewijs mocht hij dan houden. Zijn zoon
kon dan van zijn vakantie gaan genieten op Kos. Ik schreef snel mijn naam en
het adres van het bureau op en gaf dit hem met het verzoek om een leuke
vakantiekaart naar het bureau te sturen. Gezien de omstandigheden, er was geen
kip op de weg, er waren drie rijstroken en de vader was niet het prototype
notoire verkeersovertreder was het voor ons doorslaggevend om ook eens de hand
over het hart te strijken. Beiden konden weer lachen en schudden ons de hand. Ik
vertelde nog even terloops tegen de vader dat, als hij zou vertellen dat hij
met 198 kilometer per uur in zijn pyjama op pantoffels gepakt was, niemand zou
geloven dat hij zonder bekeuring verder mocht rijden. Ik denk dat ze gevraagd
zouden hebben of hij niet aan het slaapwandelen was geweest en maar beter weer
verder kon dromen. Stiekem had ik eigenlijk wel een foto willen nemen van de
vader in zijn slaapoutfit.
Twee weken later werd op het bureau een kaart met mooie ‘plaatjes ’ van Kos bezorgd met de toepasselijke
tekst: “Nog hartelijk bedankt, door
jullie is mijn vakantie gered!”.