Het is een mooie dag om naar zee te gaan. En wel
met een visboot het ruime sop kiezen. Even ontspanning en een dag geen werk aan
mijn hoofd.
Om half negen laten we de boot in het water van de
Noordzee zakken bij Neeltje Jans. Samen met mijn oom Gé, eigenaar van een visboot, varen we de zee op. Lekker een eind uit de kust dobberen op zee en
hopelijk ook nog vissen vangen.
Als we eenmaal op een mooie stek liggen, vliegen
de vissen ons om de oren. We hebben goed beet en halen de ene na de andere
mooie schar en wijting uit het water. We hebben het er maar druk mee. Dan gaat
mijn diensttelefoon af. “Geen tijd nou hoor” roept mijn oom “we zijn nou aan
het vissen!”
Het blijkt collega Leo te zijn. Hij klinkt gejaagd
en vertelt dat er zojuist een overval heeft plaatsgevonden vlakbij waar ik
woon. Leo vraagt of ik thuis ben, maar ik vertel dat ik een paar mijl uit de
kust op de Noordzee aan het vissen ben.
Ik ben toch wel nieuwsgierig en vraag wat er
gebeurd is. Leo vertelt dat zojuist een winkel is overvallen. De dader heeft
onder bedreiging met een mes de kassa-inhoud meegenomen. Als Leo het
signalement geeft staan mijn zintuigen op scherp. Hetzelfde signalement als de
overvaller die bij ons in het district al diverse overvallen heeft gepleegd op
dezelfde wijze.
Ik weet dat deze overvaller zich verplaatst in een
oude witte auto, waarvan het kenteken begint met 22. Ik ‘commandeer’ Leo dat
hij met spoed een politieauto bij de tunnel moet neerzetten, maar die blijkt er
al te staan. Leo hoor ik inmiddels al naar de meldkamer roepen en de verbinding
wordt verbroken. Ik hoop echt dat ze die ‘vis’ vangen!
Intussen staan de hengels te dansen, omdat er
volop vis aanzit en heb ik een boze oom naast me die staat te foeteren, omdat
ik weer eens met mijn werk bezig ben. Hier en daar, moet ik zeggen, zijn wat
lijnen door de war gegaan en dat bevordert de sfeer ook niet bepaald.
Maar welke vis is nu belangrijk?
Nog geen twee minuten later belt Leo op met een
haastige stem, ze hebben het voertuig in zicht en zitten in de achtervolging.
Ik doe een juichkreet uit en hoofdschuddend kijkt mijn oom me aan. Leo hangt
weer op en ik concentreer me weer op mijn hengels. Ze blijken inderdaad vol met
vis te hangen. Nadat ik een en ander uit de war heb gehaald en de lijnen weer
heb uitgegooid, belt Leo weer. De dader is gepakt en de buit is gevonden. Een bijzondere visdag.
Afgelopen vrijdag hebben we ook weer een mooie visdag gehad. Nadat we een leuke partij vis hebben gevangen varen we terug naar de helling van Neeltje Jans. Als we bijna bij de trailerhelling zijn horen we via de marifoon dat er een schip in problemen zit voor de Oosterscheldekering. Er staat een loeiende stroming richting de sluizen en de schipper op leeftijd en opvarende krijgen het anker niet binnen. In het slechtste geval schiet het anker los en wordt het schip gekraakt tussen de sluizen. De kustwacht wil de KNRM inschakelen, maar omdat we zo dichtbij zitten bieden we onze hulp aan. Binnen vijf minuten klim ik aan boord en hijsen we het anker op. De kustwacht bedankt ons voor onze hulp.
Ook in vrije tijd blijft het waakzaam en dienstbaar.
Volgende blog 30/05