Een nachtdienst draaien samen met de (toenmalige) directeur van de Politie Rotterdam-Rijnmond levert wel eens voordelen op. En dan bedoel ik niet een wit voetje halen.
Na vijf minuten,
als chef Martine en ik op straat zijn, krijgen we een melding van een
schietpartij, waarbij een man beschoten en geraakt is. We trekken onze zware
vesten aan. Als we op de plaats van het incident aankomen zien we eigenlijk niets,
tot we zijn uitgestapt. We horen een man schreeuwen. Hij is kennelijk een
telefoongesprek aan het voeren. Martine herkent de taal die hij spreekt als
Papiaments.
Als we hem
aanspreken blijft hij telefoneren met een decibelwaarde tegen de pijngrens aan.
We krijgen er geen speld tussen. We hebben het idee dat we hier met het
slachtoffer te maken hebben, maar zien geen bloed of ernstige verwondingen.
Omdat hij door
blijft ratelen pak ik zijn arm beet, trek de telefoon van zijn hoofd af en
vraag op luide toon of hij degene is die gebeld heeft en waar het slachtoffer
is. Hij reageert boos en schreeuwt dat hij het slachtoffer is die beschoten is.
Verbaasd vraag ik waar dan de kogel of kogels hem geraakt hebben. Dan wijst hij
naar zijn hoofd en schreeuwt: “Hier, kijk dan hier!”
Martine schijnt met haar
zaklamp op het hoofd van het slachtoffer en tot onze grote verbazing zien we twee
gaatjes zitten in het hoofd van het slachtoffer waar ook bloed uitkomt, een
zogenaamd in- en uitschot achter zijn linkeroor. De kogel is aan de achterkant
half door de schedel en half door het oor gegaan en aan de voorkant er weer
uitgekomen. Doordat het donker is, de donkere huidskleur van het slachtoffer en
doordat hij met zijn telefoon tegen het gewonde oor aanzat hebben we dit
helemaal niet gezien.
Nu zien we ook
pas dat zijn telefoon, zijn linkerhand en zijn nek helemaal onder het bloed
zitten. En toch gewoon bellen op de manier zoals je het altijd doet, achteraf
hebben we hier ontzettend om moeten lachen.
We vragen om
meer politie ter plaatse en overleggen samen. En hier zie je gelijk het
verschil en de voordelen om eens met elkaar de straat op te gaan. Ik neem de
eerste maatregelen die nodig zijn voor een ‘plaats delict’ te vormen en Martine
schaalt gelijk hoger in. Ze wil eerst zeker weten dat de omgeving veilig is en
bestelt gelijk het arrestatieteam, omdat de verdachte mogelijk nog in een
woning zit volgens het slachtoffer.
Grinnikend zegt ze tegen me dat ze hier
geen chef voor nodig heeft, want de toestemminggever “is ze zelf”. Alles wordt
even ‘kort en zakelijk’ geregeld. Uiteindelijk blijkt de verdachte gevlucht te
zijn. Het slachtoffer houdt verder niets aan de verwondingen over en de
verdachte wordt later alsnog gepakt.
Als we klaar
zijn is het 07:00 uur; na één melding einde dienst. Totaal nog geen zes kilometer gereden.
Volgende blog 16/01/17
Volgende blog 16/01/17