Soms vraag je je af waarom autobestuurders of inzittenden
weigeren hun gordel om te doen, terwijl ze wel uit preventie allerlei middelen
gebruiken om niet ziek te worden of zich dik insmeren tegen zonnebrand.
We krijgen een melding dat op de autosnelweg een auto tegen
de vangrail tot stilstand is gekomen zonder bestuurder. De melder is er stellig
van overtuigd dat de auto hem gepasseerd is op de snelweg. Tot zijn schrik ziet
hij de auto een stuk verder door de rondte heen tollen en daarna weer verder
rijden om vervolgens langzaam tegen de aan de linkerzijde gelegen vangrail tot
stilstand te komen.
Omdat op dit stuk snelweg ook een vluchtstrook aan de
linkerkant zit, stopt de melder achter de tot stilstand gekomen auto. Hij
springt eruit en wil de bestuurder gaan helpen die mogelijk onwel geworden is. Als
hij naast het portier staat kijkt hij in de auto. Die is leeg….
De melder belt 112 en vertelt stotterend zijn verhaal.
Volgens de centralist van onze meldkamer herhaalt hij in korte tijd wel zeker
vijf keer de zelfde zin: “Mijnheer, ik ben toch niet gek geworden, ik weet
zeker dat er iemand in die auto zat! “
De centralist stelt de man op zijn gemak en verzoekt hem rustig
te blijven staan. Met spoed rijden wij naar de plaats van het ongeval, want
zo’n soort melding klinkt ons bekend in de oren. Wanneer we als eerste auto arriveren, trek ik de auto
open. Inderdaad, niemand in de auto.
Alleen een schoen is onder de pedalen blijven steken. En zoals we al vermoeden,
de (rechter)zijruit ligt eruit.
De melder probeert nogmaals zijn verhaal te doen, maar ik
heb geen tijd voor hem en vraag hem te wachten achter de vangrail. Mijn collega
roept assistentie van meer politieauto’s en een ambulance. Van de vier
rijstroken laten we er drie afkruisen, want we hebben maar één doel. Dat is zo
snel mogelijk de snelweg vanuit het midden oversteken en het slachtoffer
zoeken, de tijd dringt en assistentie duurt te lang.
Als het verkeer bijna stapvoets rijdt op één rijstrook
steken mijn maat en ik de rijbaan over en rennen vanaf de plek waar de auto in
het midden staat terug richting de plaats waar de melder de auto heeft zien
tollen. Daar vinden we het lichaam van een man, met één schoen aan. Dezelfde
schoen als die in de auto ligt. We zien direct dat we niets meer voor hem
kunnen doen.
Uit onderzoek blijkt dat de man een hevige stuurbeweging
naar rechts heeft gemaakt om alsnog de afslag te nemen. Hierdoor tolde de auto
en werd hij door de enorme centrifugale kracht eruit geslingerd. Het is het zoveelste
gordeldrama waar ik bij sta. Mijn gedachten dwalen nog even af naar de laatste
keer, toen was het een klein kind.
Kijk even naar deze video https://www.youtube.com/watch?v=fOl5gF-SLNs
volgende blog 20/06
Copyright
Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.
maandag 30 mei 2016
maandag 9 mei 2016
"Vis" gevangen
Het is een mooie dag om naar zee te gaan. En wel
met een visboot het ruime sop kiezen. Even ontspanning en een dag geen werk aan
mijn hoofd.
Om half negen laten we de boot in het water van de Noordzee zakken bij Neeltje Jans. Samen met mijn oom Gé, eigenaar van een visboot, varen we de zee op. Lekker een eind uit de kust dobberen op zee en hopelijk ook nog vissen vangen.
Als we eenmaal op een mooie stek liggen, vliegen de vissen ons om de oren. We hebben goed beet en halen de ene na de andere mooie schar en wijting uit het water. We hebben het er maar druk mee. Dan gaat mijn diensttelefoon af. “Geen tijd nou hoor” roept mijn oom “we zijn nou aan het vissen!”
Het blijkt collega Leo te zijn. Hij klinkt gejaagd en vertelt dat er zojuist een overval heeft plaatsgevonden vlakbij waar ik woon. Leo vraagt of ik thuis ben, maar ik vertel dat ik een paar mijl uit de kust op de Noordzee aan het vissen ben.
Ik ben toch wel nieuwsgierig en vraag wat er gebeurd is. Leo vertelt dat zojuist een winkel is overvallen. De dader heeft onder bedreiging met een mes de kassa-inhoud meegenomen. Als Leo het signalement geeft staan mijn zintuigen op scherp. Hetzelfde signalement als de overvaller die bij ons in het district al diverse overvallen heeft gepleegd op dezelfde wijze.
Ik weet dat deze overvaller zich verplaatst in een oude witte auto, waarvan het kenteken begint met 22. Ik ‘commandeer’ Leo dat hij met spoed een politieauto bij de tunnel moet neerzetten, maar die blijkt er al te staan. Leo hoor ik inmiddels al naar de meldkamer roepen en de verbinding wordt verbroken. Ik hoop echt dat ze die ‘vis’ vangen!
Intussen staan de hengels te dansen, omdat er volop vis aanzit en heb ik een boze oom naast me die staat te foeteren, omdat ik weer eens met mijn werk bezig ben. Hier en daar, moet ik zeggen, zijn wat lijnen door de war gegaan en dat bevordert de sfeer ook niet bepaald.
Maar welke vis is nu belangrijk?
Nog geen twee minuten later belt Leo op met een haastige stem, ze hebben het voertuig in zicht en zitten in de achtervolging. Ik doe een juichkreet uit en hoofdschuddend kijkt mijn oom me aan. Leo hangt weer op en ik concentreer me weer op mijn hengels. Ze blijken inderdaad vol met vis te hangen. Nadat ik een en ander uit de war heb gehaald en de lijnen weer heb uitgegooid, belt Leo weer. De dader is gepakt en de buit is gevonden. Een bijzondere visdag.
Afgelopen vrijdag hebben we ook weer een mooie visdag gehad. Nadat we een leuke partij vis hebben gevangen varen we terug naar de helling van Neeltje Jans. Als we bijna bij de trailerhelling zijn horen we via de marifoon dat er een schip in problemen zit voor de Oosterscheldekering. Er staat een loeiende stroming richting de sluizen en de schipper op leeftijd en opvarende krijgen het anker niet binnen. In het slechtste geval schiet het anker los en wordt het schip gekraakt tussen de sluizen. De kustwacht wil de KNRM inschakelen, maar omdat we zo dichtbij zitten bieden we onze hulp aan. Binnen vijf minuten klim ik aan boord en hijsen we het anker op. De kustwacht bedankt ons voor onze hulp.
Ook in vrije tijd blijft het waakzaam en dienstbaar.
Volgende blog 30/05
Om half negen laten we de boot in het water van de Noordzee zakken bij Neeltje Jans. Samen met mijn oom Gé, eigenaar van een visboot, varen we de zee op. Lekker een eind uit de kust dobberen op zee en hopelijk ook nog vissen vangen.
Als we eenmaal op een mooie stek liggen, vliegen de vissen ons om de oren. We hebben goed beet en halen de ene na de andere mooie schar en wijting uit het water. We hebben het er maar druk mee. Dan gaat mijn diensttelefoon af. “Geen tijd nou hoor” roept mijn oom “we zijn nou aan het vissen!”
Het blijkt collega Leo te zijn. Hij klinkt gejaagd en vertelt dat er zojuist een overval heeft plaatsgevonden vlakbij waar ik woon. Leo vraagt of ik thuis ben, maar ik vertel dat ik een paar mijl uit de kust op de Noordzee aan het vissen ben.
Ik ben toch wel nieuwsgierig en vraag wat er gebeurd is. Leo vertelt dat zojuist een winkel is overvallen. De dader heeft onder bedreiging met een mes de kassa-inhoud meegenomen. Als Leo het signalement geeft staan mijn zintuigen op scherp. Hetzelfde signalement als de overvaller die bij ons in het district al diverse overvallen heeft gepleegd op dezelfde wijze.
Ik weet dat deze overvaller zich verplaatst in een oude witte auto, waarvan het kenteken begint met 22. Ik ‘commandeer’ Leo dat hij met spoed een politieauto bij de tunnel moet neerzetten, maar die blijkt er al te staan. Leo hoor ik inmiddels al naar de meldkamer roepen en de verbinding wordt verbroken. Ik hoop echt dat ze die ‘vis’ vangen!
Intussen staan de hengels te dansen, omdat er volop vis aanzit en heb ik een boze oom naast me die staat te foeteren, omdat ik weer eens met mijn werk bezig ben. Hier en daar, moet ik zeggen, zijn wat lijnen door de war gegaan en dat bevordert de sfeer ook niet bepaald.
Maar welke vis is nu belangrijk?
Nog geen twee minuten later belt Leo op met een haastige stem, ze hebben het voertuig in zicht en zitten in de achtervolging. Ik doe een juichkreet uit en hoofdschuddend kijkt mijn oom me aan. Leo hangt weer op en ik concentreer me weer op mijn hengels. Ze blijken inderdaad vol met vis te hangen. Nadat ik een en ander uit de war heb gehaald en de lijnen weer heb uitgegooid, belt Leo weer. De dader is gepakt en de buit is gevonden. Een bijzondere visdag.
Afgelopen vrijdag hebben we ook weer een mooie visdag gehad. Nadat we een leuke partij vis hebben gevangen varen we terug naar de helling van Neeltje Jans. Als we bijna bij de trailerhelling zijn horen we via de marifoon dat er een schip in problemen zit voor de Oosterscheldekering. Er staat een loeiende stroming richting de sluizen en de schipper op leeftijd en opvarende krijgen het anker niet binnen. In het slechtste geval schiet het anker los en wordt het schip gekraakt tussen de sluizen. De kustwacht wil de KNRM inschakelen, maar omdat we zo dichtbij zitten bieden we onze hulp aan. Binnen vijf minuten klim ik aan boord en hijsen we het anker op. De kustwacht bedankt ons voor onze hulp.
Ook in vrije tijd blijft het waakzaam en dienstbaar.
Volgende blog 30/05
Abonneren op:
Posts (Atom)