Tijdens onze surveillance zien we een hevig zwaaiende man op ons af komen lopen. We zien dat hij helemaal onder het bloed zit. Het bloed gutst uit zijn hals. Hij blijkt in zijn nek gestoken te zijn en smeekt ons om hulp. In een oogwenk pak ik zijn hals beet en druk de wond dicht. Mijn handen komen hierbij helemaal onder het bloed te zitten. Mijn collega vraagt de meldkamer met spoed om een ambulance.
Intussen vuur ik vragen af op het slachtoffer, zoals waar het gebeurd is en door wie er gestoken is. Het liefst zou ik deze informatie uit hem willen trekken, maar ik kijk alleen naar twee grote ogen waar doodsangst in te lezen valt. Ik zie dat zijn ogen wegdraaien en de man raakt in een shocktoestand. We hebben helaas niet de essentiële informatie die we zo graag gehoord hadden, maar ik besef op dat moment zelf ook niet in welke situatie ik verkeer.
Het slachtoffer, geïdentificeerd middels zijn legitimatiebewijs en een politiefoto, wordt met de ambulance vervoerd naar het ziekenhuis. Wij gaan even terug naar het bureau. Op het bureau gekomen zie ik zorgelijke blikken bij mijn collega’s. Ze gaan vragen stellen of ik wondjes aan mijn handen heb. Die heb ik inderdaad, want ik ben die week aardig aan het klussen geweest en heb daarbij een aantal wondjes en krassen opgelopen. Ik reageer eigenlijk geïrriteerd omdat ik vind dat de collega’s raar reageren. Wat willen of bedoelen ze nou eigenlijk, vraag ik mezelf af.
Dan komt de aap uit de mouw. Door de hectiek en het plotseling geconfronteerd worden met het slachtoffer, heb ik geen handschoenen aangedaan. Ik heb onmiddellijk eerste hulp verleend. Het slachtoffer blijkt, volgens de politiesystemen, HIV-besmet te zijn. De politiearts komt naar het bureau en adviseert me om naar het ziekenhuis te gaan. Daar blijkt dat er een serieuze kans is op besmetting, gezien de open wondjes aan mijn handen.
Een nare periode breekt aan, waarvan ik de details maar zal weglaten. Ik moet in ieder geval zelf maatregelen nemen, die een grote impact hebben op mij en mijn directe omgeving. De komende maanden leef ik in grote onzekerheid.
Na deze slopende periode krijg ik eindelijk de finaletest en daaruit blijkt dat ik geen drager ben van het virus. Je kunt je voorstellen hoe ik me voelde bij het horen van dit goede nieuws.
Sindsdien heb ik elke dag handschoenen bij me en zijn wondjes goed afgeplakt.
Het slachtoffer overleefde de steekpartij helaas niet. De dader is later gelukkig wel gepakt.
(Volgende blog 7/3)