Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

maandag 22 juni 2015

112, het gevreesde nummer

U kent waarschijnlijk wel het ‘onderbuikgevoel’. Daar bedoel ik mee dat je bij het zien van sommige mensen of situaties een onheilspellend gevoel hebt. Ieder mens heeft dat in zich, een soort radar die waarschuwt. Dit verschilt natuurlijk wel per persoon. Wat we vervolgens als mensen doen is de situatie bagatelliseren. Het zal wel niet zo zijn. Ik heb het verkeerd gezien. Je schudt je hoofd en gaat verder.

Sinds de campagne van 112 en 0900-8844 lijkt het wel of de burgers vrees hebben om 112 te bellen. Er wordt veel te weinig 112 gebeld bij verdachte situaties.

Rob rijdt met zijn vrachtwagen op een rondweg in de regio. Het is ongeveer 05:00 uur en het begint al licht te worden. Net achter het stuur en nog een beetje slaperig neemt hij de rotonde bij de A weg. Tijdens het nemen van de rotonde beschijnen de koplampen van zijn vrachtwagen het riet langs de sloot, die naast de rotonde ligt. In een flits meent Rob een reflector van een fiets waar te nemen en ziet dat het riet op die plek verbogen is.
Rob rijdt door, maar de situatie houdt hem wel bezig. Volgens mij lag daar toch echt een fiets en was het riet verbogen, denkt Rob. Misschien heeft opgeschoten jeugd een fiets in de sloot gegooid. Het zal wel niets zijn. Ik ga hier de politie niet voor bellen.

Inmiddels rijdt Rob op de autosnelweg in de richting van het zuiden en is hij een half uur verder. Maar de situatie blijft aan hem knagen en het stemmetje in zijn hoofd schetst een ander scenario.
Stel je voor dat er iemand in de sloot is gereden die nacht en daar nu nog ligt. Dat zou zomaar eens kunnen. Rob neemt een cruciale beslissing, hij belt 112.
De meldkamer hoort het verhaal van Rob aan. Rob excuseert zich nog eens dat hij misschien spoken ziet en misschien wel helemaal voor niets belt, maar de centralist van de meldkamer neemt de melding serieus en stuurt een politieauto.

Als mijn collega Erik en ik ter plaatse komen zien we inderdaad op de rotonde dat het riet verbogen is en bij het uitstappen zien we een fiets in het riet liggen. Tot mijn grote schrik zie ik een arm in het water. Tegelijkertijd brult Erik dat er iemand in het water ligt. Ik vraag Erik om de meldkamer te roepen voor assistentie, gooi mijn jas uit, doe mijn koppel af en ga door het riet naar de persoon toe. Half in de sloot, met het water tot de borst, zit een jongen. Ik schat hem rond de 16 jaar oud. Ik denk dat hij al overleden is, zo bleek is zijn gezicht. Ik stap naast hem in de sloot en pak hem onder zijn oksels om hem eruit te trekken. Hij kreunt, slaat zijn ogen op en kijkt me aan. Wat ben ik ontzettend blij dat hij nog leeft. Erik heeft inmiddels om een ambulance gevraagd en een extra politieauto ter assistentie. Omdat de kleding van de jongen helemaal gevuld is met water krijg ik hem er niet alleen uit. Erik stapt ook in de sloot en samen proberen we hem eruit te krijgen. Echter zijn beide benen van de jongen ver in de modder gezakt dus hoe harder we trekken, hoe meer we zelf in de modder zakken. Het lukt niet.

We verzoeken met spoed de brandweer ter plaatse en met vereende krachten krijgen we de jongen uit de sloot. Achteraf blijkt dat zijn lichaamstemperatuur zover was gedaald dat het geen uur langer had moeten duren.
Als de jongen met de ambulance vertrekt naar het ziekenhuis staan we nog even na te praten met de collega’s. We zien er werkelijk niet uit en stinken een uur in de wind naar de modder uit de sloot. De brandweercollega’s bieden ons een gratis douche aan en spuiten de modder van onze kleding. Nadat we een zeil over de stoelen van de politieauto hebben gelegd rijden we terug naar het bureau. Met kleding en al stap ik onder de douche om het eerst warm te krijgen.

Als ik klaar ben en achter mijn computer zit, bel ik eerst Rob op. Ik doe verslag van het hele incident en complimenteer hem met zijn alertheid en het feit dat hij het ‘gedurfd’ heeft om 112 te bellen. Rob wordt later door ons in het zonnetje gezet, in het bijzijn van zijn werkgever.

De jongen bleek veel alcohol gedronken te hebben op een feestje. Vermoedelijk is hij op weg naar huis de sloot ingereden. Door de zuigende werking van de modder en het forse alcoholgebruik kon hij niet meer op eigen kracht uit de sloot komen. Lijdzaam moest hij wachten…. Tot in dit geval Rob voorbij kwam.
Schroom niet 112 te bellen bij je ‘onderbuikgevoel’.

112 daar red je levens mee, maar vang je ook boeven mee.