maandag 2 maart 2015

Belofte maakt schuld

Mensen doen vaak beloftes aan ons als politiemensen, maar komen deze heel vaak niet na. Ze vinden het raar dat wij als politie argwanend zijn. Bij deze melding deden we allebei een belofte en kwamen deze na.



Het is een rustige nacht, rustig in de zin van het aantal meldingen, maar ook bladstil weer.
Het is rond de klok van 04:00 uur, als we het geluid van een racende scooter en een motor horen. Het geluid komt steeds dichterbij het bureau waar we op de binnenplaats staan, zodat Richard en ik elkaar aankijken en wel zin hebben in een achtervolging. We springen in de bus en zien voor het bureau een scooter en een quad voorbij racen. De snelheid ligt aardig boven de toegestane maximum snelheid van vijftig kilometer per uur. Beide bestuurders hebben ons niet gezien, zodat we in eerste instantie ongemerkt kunnen volgen. Als we dicht achter de scooter zitten, die geen kentekenplaat heeft, zetten we ons stopbord aan, maar kennelijk merkt de bestuurder dit niet op. Voor de verkeerslichten met de A straat stoppen beiden even en kijkt de bestuurder van de quad om.

Snel schrijft Richard het kenteken van de quad op. De bestuurder van de quad roept iets naar de scooterrijder, geeft vol gas en spurt weg. Wij proberen de scooterrijder klem te rijden, maar deze rijdt het trottoir op en keert om. Snel omkeren heeft geen zin, dus dan toch maar proberen de quad te pakken. Ook hij probeert te ontkomen, maar een quad is minder wendbaar dan een scooter. Zwaailicht en sirene erbij heeft een nog averechtser effect, want hij gaat de gekste stunten uithalen om aan ons te ontkomen. Ik neem afstand en zie dat hij een stuk verderop bijna crasht, doordat hij met volle snelheid het trottoir oprijdt tussen de geparkeerde auto’s en een huizenblok. Op een haar na mist hij een geparkeerd staand voertuig, waarop ik, uit veiligheidsoverwegingen, besluit om de achtervolging af te breken.
We hebben tenslotte het kenteken en kunnen op die manier proberen erachter te komen, wie de bestuurder was.

Nog vol met adrenaline en vastberaden om erachter te komen wie de bestuurder was, rijden we naar de B straat waar de drieëntwintigjarige eigenaar van het voertuig zou moeten wonen. Het is inmiddels 04:30 uur als we aanbellen bij het adres, in de omgeving is geen quad te zien. Na enige tijd verschijnt bij de voordeur een jongeman en onze eerste indruk is dat hij niet de bestuurder geweest is. Hij heeft een verward kapsel en de plooien van het kussen zitten nog in zijn wangen, maar uit ervaring sluit ik niets uit. Ik vraag hem waar zijn quad is en hij vertelt dat deze in reparatie is bij een ‘vriend’. Hij vraagt of er iets ergs gebeurd is en we vertellen hem in het kort wat er zojuist gebeurd is. Richard vraagt naar zijn legitimatiebewijs en vordert hem om bekend te maken wie de bestuurder was. Dat ben je als kentekenhouder verplicht, maar hij zegt niet direct een telefoonnummer te hebben of wil dit niet direct geven. Ik heb de indruk dat het om het laatste gaat, dus vraag ik hem om zijn rijbewijs. Nadat hij mij het rijbewijs heeft overhandigd, vertel ik hem dat hij zijn rijbewijs om 22:00 uur mag ophalen op het bureau Zuidplein met medeneming van ‘de vriend’. Mocht hij niet verschijnen, dan zal na achtenveertig uur zijn rijbewijs ingevorderd worden en opgestuurd worden aan de officier van justitie.

’s Avonds om 22:00 uur, als onze tweede nachtdienst begint, meldt hij zich alleen aan het bureau en overhandigt ons een rijbewijs. Hij vertelt dat dit degene is die is weggereden voor ons. Hij denkt het rijbewijs even om te ruilen en weer verder te kunnen. Die vlieger gaat natuurlijk niet op, want wat moet ik alleen met een rijbewijs zonder dat degene een verklaring aflegt? Ik vertel hem dat hij het rijbewijs weer mee mag nemen en terug mag komen met de houder van het rijbewijs. Ditmaal tovert de eigenaar wel een telefoonnummer tevoorschijn en belt die ‘vriend’ op. Hij vertelt tegen hem dat de politie er geen genoegen mee neemt, maar dat hij zelf naar het bureau moet komen. Ik krijg vervolgens de mogelijke bestuurder, die zichzelf als Rik voorstelt, aan de lijn. Ik vraag Rik waarom hij zelf niet naar het bureau komt om een verklaring af te leggen. Hij geeft aan dat hij nog 3000 euro aan boetes heeft openstaan en dat hij bang is om aangehouden te worden zodra hij zich meldt op het bureau. Ik verzeker Rik dat het mij gaat om een verklaring betreffende zijn rijgedrag. Ik hoor dat hij twijfelt, omdat hij naar eigen zeggen geen één politieagent vertrouwt. Hij is namelijk wel eens meer door de politie onder valse voorwendselen naar een bureau gelokt met als gevolg dat hij toen werd aangehouden. Momenteel heeft hij een hoogzwangere vriendin die moet bevallen, dus vastzitten wil hij niet. Ik vertel hem dat ik hem niet meer als mijn woord kan geven en dat ik wel van het kaliber ben dat ik mijn woord dan ook houd. Rik vertelt dat hij komt, maar dat het op vechten zou aankomen als ik hem toch zou aanhouden.

Binnen een kwartier staat Rik op het bureau. Hij biedt quadeigenaar, die Rik met een boos gezicht aankijkt, zijn excuses aan. Ik geef de eigenaar zijn rijbewijs terug en krijg Rik zijn rijbewijs weer in handen. Ik neem Rik mee naar een verhoorkamertje en zie dat hij een grote zwarte sporttas bij zich heeft. Het verbaast me wel, maar ik vraag hem verder niet naar de inhoud.

Rik vertelt dat hij in een opwelling met de quad, die hij gerepareerd had voor de jongen, een rondje was gaan rijden. Onderweg is hij een scooter tegengekomen en is daar tegen gaan racen. Toen plotseling achter hem een politieauto opdook die hem achtervolgde was hij bang dat de 3000 euro wel eens verdubbeld zou worden. Dat was de reden dat hij er vandoor ging. Hij besefte later wel dat de quad een kenteken voerde en de politie hem toch op de hielen zou zitten. Maar ja, toen was het leed al geschied. Hij zit nu alsnog op het politiebureau.

Gezien zijn verleden is Rik niet altijd een brave jongen geweest, maar ik zie wel dat hij al een paar jaar niet meer in onze systemen voorkomt. Ik vraag hem over zijn verleden en wat hij momenteel doet. Rik vertelt spijt te hebben van zijn criminele verleden en dit afgezworen te hebben. Hij heeft al geruime tijd een lieve vriendin die zijn zaken beheert, die hem ook heeft afgeholpen van al zijn verkeerde vrienden af te komen. Hij vertelt dat ze de touwtjes goed in handen heeft en bezig is om alle achterstallige boetes langzamerhand te betalen, zodat hij ook bij haar ingeschreven kan worden. Ze verwachten samen een kindje en zijn helemaal gelukkig. Ze was de bewuste nacht aan het logeren bij haar moeder in het oosten van het land, dus had Rik alle tijd om ‘even’ een quad te repareren. Dat was uitgelopen tot laat in de nacht, maar rond 03:30 uur was de quad gemaakt en ging hij even een proefritje maken. Rik verklaart impulsief te zijn en dan soms domme dingen te doen. Dat werd uiteindelijk een wedstrijd op de weg met een scooterrijder, maar ook een wedstrijd om uit handen van de politie te blijven.

Om zeker te weten dat hij de bestuurder is die we achtervolgd hebben vraag ik hem een paar cruciale dingen, zoals het traject wat we afgelegd hebben. Rik kan dit feilloos beantwoorden, waardoor ik zeker weet dat hij het geweest is.
Ik geloof Rik zijn levensverhaal en moet een beslissing nemen. Iemand die hard bezig is om zijn leven een nieuwe positieve impuls te geven, help ik niet door hem hard aan te pakken. Hij werkt ruim een jaar bij een raffinaderij en heeft het goed naar zijn zin. Zijn rijbewijs heeft hij hard nodig om met de brommer naar zijn werk te gaan, dus een invordering zou hier geen goed aan doen.

Ik vertrouw op mijn gevoel en besluit Rik een kans te geven. Ik geef hem zijn rijbewijs terug en vertel hem dat hij dit soort domme dingen nooit meer moet uithalen, terwijl hij zo goed op weg is. Ik vertel hem dat hij een bekeuring krijgt voor te snel rijden binnen de bebouwde kom.
Verder vraag ik hem om mij maandelijks te benaderen om de één van de twaalf boetes die hij heeft openstaan te betalen zonder dat ik hem zou aanhouden. Een vrijwaring hiervan kan ik hem niet geven, omdat betalingsregelingen bij boetes officieel geregeld moeten worden.

Ik heb mijn woord gegeven, maar dan moet hij dat ook doen. Rik toont mij zijn zware tas en opent deze. Met tranen in zijn ogen vertelt hij dat hij kleding, geld en shag heeft meegenomen, omdat hij bang was dat hij door ons toch aangehouden zou worden. Rik verlaat het bureau weer met zijn zware tas én zijn rijbewijs.

Ruim een jaar later heeft Rik aan zijn betalingsverplichtingen voldaan en kan hij zich ongehinderd op straat begeven, zonder bang te zijn om aangehouden te worden. Hij is inmiddels vader geworden van een gezonde zoon en is apetrots.
Bij de laatste betaling knijpt Rik mijn hand fijn en bedankt me voor alles. Hij vertelt dat hij toch nog een vraag heeft. Hij heeft nooit de bekeuring gehad van de overschrijding van de snelheid. Ik kijk hem aan en zeg met een ernstig gezicht: “Daar ben je wel erg laat mee, Rik. Maar ik ga er onmiddellijk achteraan!”

Lachend loop ik weg, Rik met een verbaasd gezicht achterlatend.