maandag 27 oktober 2014

Diensttijger

Buiten onze geweldsmiddelen die wij bij ons dragen, zoals pepperspray, wapenstok en vuurwapen kunnen wij bij ernstige en/of geweldsincidenten een beroep doen op een diensthondgeleider, ook wel hondenman genaamd. De hond van een diensthondgeleider is speciaal getraind voor politiewerk en gecertificeerd. De diensthondgeleider is een politieagent die dagelijks met zijn/haar hond bezig is, zodat beiden op elkaar ingespeeld zijn. Dit is een waardevolle aanvulling voor ons als politieagenten op straat.




François verdwijnt enkele maanden uit ons beeld, omdat hij een gevangenisstraf moet uitzitten vanwege zijn drugsdelicten. Maar opnieuw vervalt hij in zijn oude praktijken, het verkopen van drugs. We krijgen een melding van bewoners van de A straat, dat bij hun buren het een komen en gaan is van mensen. Dit gaat ook midden in de nacht door wat zou kunnen duiden op een pand van waaruit drugs verkocht wordt. We besluiten de woning een tijdje te gaan observeren. Tot onze verbazing zien we een bekende jongeman de deur uitkomen. Het is François die weer op vrije voeten is. Na enkele dagen komen we tot de conclusie dat hij de ‘bewoner’ is van het pand en weer flink in de ‘handel’ zit. Telkens als hij de voordeur verlaat of weer binnengaat, zien we dat hij zeer spichtig om zich heen kijkt, bang voor zijn belagers, wij dus.

We bereiden een inval voor en wachten tot er weer grote tassen naar binnen gedragen worden. Maar vreemd genoeg blijft dit uit. We stellen de inval uit en gaan investeren in het volgen van François. Het blijkt heel lastig te zijn, omdat hij gebruik maakt van meerdere auto’s, die verspreid in de wijk staan. We weten uiteindelijk dat hij naar een andere woning in de X straat gaat en na observatie blijkt hij hier zijn ‘pakhuis’ te hebben. Vanuit deze woning brengt hij steeds kleine hoeveelheden drugs naar de andere woning toe om zo te voorkomen dat bij een aanhouding heel zijn voorraad wordt aangetroffen. We zijn in opperste paraatheid om in actie te komen.

Dan gaat het hart van een collega van ons team heel hard kloppen. Als observant van het pand in de X straat, komt er een dure auto aangereden van waaruit enkele grote tassen de ‘woning’ worden ingedragen. Het gaat allemaal heel snel, dus we moeten snel zijn. Enkele auto’s, bemand met teamleden volgen deze auto en voeren een zogenaamde autoprocedure uit. Een snelle procedure, waarbij de inzittende, voordat deze het weet, geboeid op de achterbank van ons voertuig ligt. De auto van de verdachte wordt meegenomen. Inmiddels ziet onze observant dat François zijn ‘pakhuis’ verlaat. Uiteindelijk zien we hem de woning aan de A straat weer binnen gaan. Ons team maakt zich klaar voor de volgende inval, het ‘pakhuis’. Er blijkt hier niemand aanwezig te zijn, maar we vinden wel, na grondig zoeken, zeker twintig kilo cocaïne, ruim vijftigduizend euro en een doorgeladen pistool. Dat zou kunnen betekenen dat François ook gewapend is.

We moeten snel actie ondernemen en de woning aan de A straat binnenvallen, waar François nu binnenzit. Aangezien François vluchtgevaarlijk is en mogelijk vuurwapengevaarlijk, vragen we een hondenman ter plaatse.
Kees van de hondenbrigade komt ter plaatse en hoort ons verhaal aan. Laat Kees nou net zijn laatste werkweek hebben als diensthondgeleider en een hele felle diensthond hebben. Sommige diensthonden kunnen nog eens aardig zijn, maar deze staat bekend als een echte bijter. We zien Kees zijn ogen gaan glimmen als we hem vertellen dat we haast zeker weten dat François zal gaan vluchten door de tuinen.
Via de buren regelen we dat er een collega op het balkon van hen komt te staan. Op die manier zal François er niet voor kiezen om via het dak te gaan maar via de tuin. In de zijstraat waar de brandgang uitkomt, zetten we ook collega’s neer, zodat daar ook de weg voor hem versperd wordt. Ik loop met Kees en zijn hond mee. We gaan via de brandgang naar de tuin van de woning van François toe en nemen een strategische positie in. Dan kan het feest gaan beginnen.

Ons team aan de voorkant begint op de voordeur te rammen. Zoals verwacht is deze weer gebarricadeerd en nog geen paar seconden later vliegt de balkondeur open en verschijnt François op het balkon. “Politie, blijf staan!” schreeuwt mijn collega en Francois vliegt weer naar binnen. Hij ziet het kennelijk niet zitten om deze keer weer via de regenpijp naar beneden te gaan. Ondertussen klinken grote klappen op de voordeur en wordt de voorruit door ons team eruit geslagen. De achterdeur vliegt open en Francois rent naar de brandgang en rent richting de uitgang aan de zijstraat. Daar schreeuwt ook een collega dat hij moet blijven staan. Tja, en wie niet horen wil moet dan maar voelen. Francois rent terug de brandgang in en ondanks waarschuwingen van Kees blijft hij doorrennen. De diensthond vliegt hem achterna en uit alle macht weet Francois nog het hekwerk te bereiken aan de andere kant van de brandgang. Hij springt op het hekwerk met punten en blijft met zijn broeksriem steken aan de scherpe punten. Ongenadig hapt de diensthond in zijn onderbeen, het been wat zo mooi weer geheeld was. Er klettert iets op de grond wat uit de broeksband van Francois valt. Het blijkt een vuurwapen te zijn wat hij bij zich had. Doordat François blijft hangen aan het hekwerk scheurt de 40 kilo zware diensthond van Kees de kuit van hem er zowat af, voordat Kees erbij is. Het ziet er niet best uit, hij gilt van de pijn. Wij hebben in ieder geval geluk gehad dat we niet beschoten zijn door François en verzoeken een ambulance ter plaatse. Dit keer klinkt er geen ‘Vive la France’ maar veel gekerm. In het ziekenhuis vraagt de arts of er een granaat tegen het been van François is ontploft. Droogjes antwoordt mijn collega dat er een vriendelijke diensthond in heeft gehapt. Verbaasd kijkt de arts hem aan en vraagt of we ook tijgers in dienst hebben.

François zal nooit meer normaal kunnen lopen en verblijft enkele weken in het ziekenhuis, vanwaar hij naar de gevangenis gaat. Hij krijgt enkele jaren gevangenisstraf en zal niet meer terugkeren bij ons in de wijk, omdat zijn schuldeisers hem zeker gaan zoeken en (nog) minder humaan voor hem zullen zijn.
Kees was trots op zijn trouwe viervoeter en kon terugkijken op een mooie laatste inzet.