Bepaalde dingen die ik zie of hoor, roepen bij mij zeer onprettige herinneringen op. Dat kan een bepaald liedje zijn die ik tijdens een reanimatie op de radio heb gehoord in een woning of een kinderspeelkleed waarin een slachtoffer door de dader was opgerold. Maar ook het bekende spel mens-erger-je-niet roept bij mij nog steeds herinneringen op.
Tijdens een avonddienst, tegen het einde van het jaar in de donkere dagen, krijgen we een melding van een meisje dat dreigt te stikken in iets. Er is een hoop paniek aan de telefoon en de meldkamer kan uit het gesprek niet opmaken wat er precies aan de hand is.
Wij zitten redelijk dicht in de buurt en rijden met spoed naar het adres aan de A straat toe.
Ter plaatse gekomen zien we een meisje van een jaar of 10 oud op de grond liggen. We zien dat ze al blauw aangelopen is. In de kamer is verder haar moeder, een vriendinnetje en een broertje aanwezig. Moeder is hevig in paniek en vertelt ons dat haar dochtertje een pionnetje van het spel mens-erger-je-niet in haar keel heeft zitten. Het meisje ademt niet meer en heeft tevens geen hartslag meer. Hierop starten wij direct met reanimeren. Voorzichtig probeer ik nog met mijn vinger in haar mond het pionnetje te vinden, maar ik voel niets. Ik geef een urgente status op mijn portofoon. Hiermee krijg je direct voorrang bij de meldkamer. Ik vraag met spoed om een ambulance en geef door dat we begonnen zijn met de reanimatie. Het is voor ons best lastig om een kind te reanimeren. Ten eerste omdat het een kind betreft en dat raakt je ! Ten tweede de kracht waarmee je moet reanimeren. Je kunt niet zo hard op zo’n klein lichaampje drukken zoals bij een volwassene, dus je moet daar heel goed rekening mee houden. Gelukkig komt na korte tijd het ambulancepersoneel ons versterken. We doen het volgens hen prima. Inmiddels is ook het mobiel medisch team aanrijdend, vliegen met de helikopter was niet mogelijk vanwege de weersomstandigheden.
Toch zijn ze vrij snel ter plaatse en wordt door de chirurg een drastische ingreep gedaan. Hij probeert nog met een sneetje in haar keel de luchtweg vrij te maken. Het is een dramatisch gezicht en je hoopt alleen maar op een goede afloop. Alles wordt klaargemaakt voor een spoedtransport naar het Sophia kinderziekenhuis. De brancard wordt door het ambulance personeel gehaald. Het betreft een kleine woning, die kort na de oorlog is gebouwd. Tot overmaat van ramp lukt het niet om de brancard via de smalle gang in de woonkamer te krijgen. Veel tijd is er niet over, dus besluiten we om de ruit van de woonkamer te vernielen. Gelukkig is de brandweer ook ter plaatse en met veel geweld wordt binnen korte tijd door hen de hele voorruit van de woning eruit geslagen. We hebben hierna een deken over het kozijn neergelegd en met een bezem snel het meeste naar buiten geslagen glas weggeveegd om een veilige doorgang te verzorgen.
Met spoed wordt het meisje overgebracht naar het ziekenhuis. Moeder gaat mee met de ambulance en het broertje en het vriendinnetje worden opgevangen bij de buren.
Wij blijven achter om het huis te beveiligen en te wachten op een afdichtingbedrijf.
Het mens-erger-je-niet spel is als stille getuige achtergebleven op de plaats des onheils. Eén groen pionnetje ontbrak. Uit later onderzoek blijkt dat het meisje het holle plastic pionnetje, gebruikelijk bij de goedkope variant van het spel, bij wijze van grap op haar tong had vastgezogen. Dit spelletje was misgegaan en het pionnetje was in de luchtpijp van het meisje terecht gekomen. Door de trechterachtige vorm van het pionnetje was dit muurvast in haar luchtpijp komen te zitten.