maandag 24 februari 2014

Een stinkend zaakje

Vier keer in het jaar hebben we zogenaamd ‘clusteren’. Dan staat een hele dag in het teken van het bijhouden van vaardigheden, wat wordt gegeven door collega’s van het IBT,  Integrale BeroepsvaardigheidsTraining.  Schieten, aanhouding-zelfverdedigingstechnieken en ook benaderingstechnieken worden geoefend. Maar ook psychische en lichamelijke effecten bij een stresssituatie komen aan bod. Er wordt veel nuttige informatie gedeeld. Zo wordt ons ook verteld dat bij een zeer stressvolle situatie, waarbij de adrenaline door je lijf heen giert, je hersenen bepaalde zintuigen uitschakelen. Zintuigen zoals reuk, smaak of gehoor worden minder of zelfs nihil. En praktijk is dan soms de beste leermeester… 

Al weken lang wordt de wijk geteisterd door een brutale autodief, een zogenaamde carjacker. Bij een verkeerslicht trekt hij plotseling de deur open van een auto die voor het verkeerslicht staat te wachten en steelt hij, onder bedreiging van een mes, de auto. Hij slaat toe bij mensen die alleen in de auto zitten, maar afgelopen week zat er ook een baby in een kinderzitje achterin de auto en was een gillende moeder achtergebleven. Kennelijk, als de carjacker doorkrijgt dat er ook een baby op de achterbank zit, heeft hij ergens verderop de auto met het kind gedumpt. Gelukkig deed hij het kind niets en was het geen snikheet weer. Er heerst grote paniek en er werd alles op alles gezet om de auto terug te vinden. Enkele uren later wordt de auto gevonden en de baby is ongedeerd.

Tijdens onze dienst slaat hij weer toe, maar dan onder het toeziend oog van twee collega´s in een burgervoertuig van de politie. Ze volgen de gestolen auto en vragen via de meldkamer herkenbare politieauto’s erbij. De collega’s Peter en Deni komen als eerste achter de auto te rijden en geven hem een stopteken. Wij rijden achter Peter en Deni en zien tot onze verbazing dat de auto stopt. Dat is vreemd, want zich zo gewillig overgeven lijkt ons sterk. De verdachte doet zelfs het bestuurdersportier open. Peter en Deni stappen uit en lopen voorzichtig naar de auto toe. Net als wij eigenlijk ook uit willen stappen, trekt de verdachte snel het portier dicht en geeft vol gas, het is dus een truc! Deni en Peter hebben het nakijken, maar wij zijn nu de eerste die achter de gestolen auto komen te rijden. Het wordt een flinke achtervolging, waarbij de verdachte de gekste capriolen uithaalt. Ik probeer zo rustig mogelijk de positie door te geven, maar je voelt dat je adrenalinepeil flink stijgt. Diverse politieauto’s proberen hem te stoppen, maar in plaats daarvan  ramt de verdachte hen. Als we zien dat hij zijn weg op het fietspad vervolgt en daarbij fietsers van hun fiets moeten springen besluiten we om hem te rammen. Maar gelukkig is dit niet nodig, want de verdachte knalt op een paaltje en rijdt de carterpan van de auto aan gort. Hierdoor stroomt de olie uit de motor van de auto en kan de verdachte hoogstens nog een paar kilometer rijden. We hoeven geen moeite te doen om de gehavende auto te achtervolgen en op de Mijnsherenlaan, midden in de woonwijk, springt de verdachte uit de nog rijdende auto en sprint weg. Ik roep tegen mijn maat Erik dat hij moet stoppen en spring ook uit de auto. Ik ren achter de verdachte aan en houd hem in het vizier. Ik heb alle moeite om de verdachte bij te houden, maar zie dat vanaf de andere kant een politieauto komt aangestormd. De verdachte ziet dit ook en draait zich plotseling om en komt als een dolle stier op mij afgerend. Ik probeer hem de pas af te snijden en grijp hem vast op een klein stukje gras van de Mijnsherenlaan. Wij komen ten val en de verdachte vecht als een leeuw. Helaas voor hem duikt ook Deni, die nog nijdig is op de truc van de verdachte, ook boven op hem en we rollebollen met z´n drieën over het gras. Na een paar ferme klappen geeft de verdachte zich over en hijgend boeien we de verdachte. Overal om ons heen verschijnen politieauto’s en komen collega’s aangerend.
Maar opvallend is dat de collega’s op een afstand blijven staan en ons misprijzend aankijken. Ik kijk Deni aan en zie dat hij wel hele rare kleuren modder in zijn haar, op zijn gezicht en op zijn kleding heeft. Dan wordt de theorie, die we bij het IBT gehad hebben, praktijk. Ons adrenalinepeil zakt en we krijgen onze reuk weer terug. Een penetrante geur dringt tot Deni en mij door. Aangezien de Mijnsherenlaan een kleine strook gras heeft en er heel veel honden in de omgeving zijn die hier hun behoefte op doen, blijken wij van top tot teen onder de hondenpoep te zitten. Het was werkelijk walgelijk. De verdachte spande de kroon, want tijdens het boeien had deze met zijn gezicht midden in de stinkende massa gelegen.

Vandaar dus dat de toegesnelde collega’s op een eerbiedige afstand van ons blijven staan. Bij mijn vraag of ze de verdachte voor ons in de bus willen plaatsen schieten ze in de lach. Nadat we de verdachte op zijn buik in de bus gelegd hebben, nemen we zelf ook op de grond van de bus plaats om zo de bekleding niet te bevuilen. Tijdens de rit naar het politiebureau gaat de verdachte ook nog over zijn nek en spuugt alles onder in de politiebus. Het is werkelijk een walgelijke stank in de bus, kortom een stinkend zaakje. Op het politiebureau hebben we de verdachte snel overgegeven aan de arrestantenbewaarder en zijn zelf gauw onder de douche gestapt.

Na de douche konden we wel voldaan terugkijken op onze actie, we hadden de juiste verdachte te pakken!