In de jaren negentig werd de Districts Ondersteunings Groep
opgericht, beter bekend als de lokale ploeg. Dit is de voorloper van de huidige
Regionale Interventie Eenheid, een groep agenten die ad hoc ingezet kan worden
als ME-er, als undercover-agent, als team om een inval te doen in een woning
naar aanleiding van informatie dat de bewoner een vuurwapen zou bezitten enz.
Eind jaren negentig mocht ik na een pittige opleiding op het
opleidingscentrum in Hoogerheide aan de slag.
Eén van mijn eerste klussen is een geweldige klus. Een vader
heeft zijn kind weggehaald bij de moeder en is onvindbaar. In de rechtszaak
voorafgaand heeft de vader van de rechter te horen gekregen dat hij zijn kind
niet meer mag zien en dat dit toegewezen is aan de moeder, zijn ex-vrouw. Na de
rechtszaak is hij naar het kinderdagverblijf gegaan en heeft het kind ontvoerd.
Hij heeft vervolgens zijn ex-vrouw gebeld en haar gezegd dat hij, als ze de
politie gaat waarschuwen, hij het kind gaat vermoorden. De vrouw is toch hierop
naar de politie gegaan met de informatie en via de recherche wordt contact
opgenomen met de officier van justitie. Deze beveelt de aanhouding van de man
buiten heterdaad, maar dit moet wel met de nodige voorzichtigheid gebeuren. De
vrouw heeft verteld dat ze aanstaande zondag haar kind mag zien en wel op het
metrostation X op het perron. Maar haar ex-man heeft wel gezegd dat hij, bij het zien
van de politie, een mes op het kind zal zetten en het zal doden.
Met een team van 12 leden gaan we aan de slag. Er moet van
alles geregeld worden. Allereerst wordt overlegd dat het metrostation op alle
plaatsen ‘bezet’ moet worden. Nu hebben we het probleem dat het metrostation
niet groot is, zodat we met niet teveel mensen aanwezig kunnen zijn. Een aanval
op de man en het kind op het station zelf is uitgesloten. Politie in uniform
mag absoluut niet in de buurt komen, dus wordt besloten om de ontmoeting ‘gewoon’
te laten plaatsvinden, de man hierna met het kind te laten vertrekken en buiten
het metrostation tot de aanhouding over te gaan. We hebben geen idee of de man
met een auto komt, een fiets of met de metro. Meest voor de hand is met de
metro, maar om alles uit te sluiten hebben we 4 snelle onherkenbare auto’s ter
beschikking die we op strategische posities parkeren. Verder bevindt zich op
het metrostation een loket, een hokje met zicht op beide perrons. Met de
leiding van de RET wordt contact opgenomen en we regelen dat er een collega, samen
met een echte RET-medewerker die, wel grappig, ook tevens vrijwilliger is bij
de politie plaatsnemen in het hokje.
Dit alles in overleg met de leiding van de RET, er mocht
immers geen enkele RET-er weten van de missie. Ik krijg de opdracht om vermomd
als hippie op het perron te gaan zitten. Iedereen is voorzien van
verbindingsapparatuur, mooi verborgen onder de kleding evenals ons vuurwapen.
De ontmoeting zal ’s ochtends om 10:00 uur plaatsvinden, op
het perron. Op zondagochtend om 06:00 uur verzamelen we ons op het politiebureau
Zuidplein voor de briefing. Er hangt op dat moment een gespannen sfeer, want je
wilt maximaal slagen voor deze klus. Alle taken worden verdeeld, de
verbindingsapparatuur wordt getest. Er wordt ons een foto getoond van de vrouw,
zodat we haar ook herkennen. Middels een plattegrond worden alle
uitgangsposities nog eens doorgenomen en ik verkleed me. Ik zie er werkelijk
niet uit. Collega’s gieren van de lach als ze me zien na mijn verkleedpartij.
Mijn rugzak vul ik met een blik bier en diverse kledingstukken.
We nemen alle scenario’s door en spreken af dat bij de aanhouding
vader en kind zo snel mogelijk gescheiden dienen te worden, zodat het kind
niets overkomt. Het moet dus echt een verrassing zijn voor de man. Nou…. Dat wordt
het ook!
Omstreeks 09:00 uur zijn we in verhoogde staat van
paraatheid. Via stiekeme middelen horen we dat moeder contact heeft gehad en ze
inderdaad op metrostation X de afspraak hebben om 10:00 uur. Dat is dus mooi.
Om 09:30 uur verschijnt er op het metrostation een vrouw die we herkennen van
de foto. De moeder is er dus. Via een klein microfoontje in mijn oor hoor ik de
berichtgeving aan alle posten dat ze gearriveerd is op het station. Ik zit op
dat moment in het metrostation op de grond in de hal met een blik bier in mijn handen. Inmiddels hebben al vele
reizigers misprijzend naar mij gekeken, wel leuk hoe mensen dan naar je kijken
en je beoordelen.
Ik merk dat de vrouw erg zenuwachtig is, want ze loopt te
ijsberen door de hal van het station. Ze kijkt continue om haar heen. Ze loopt naar het loket van het RET-hokje en spreekt de
“RET-medewerkers” aan. Ze vraagt aan hen of ze politie gezien hebben op het
station. Ze verwacht dus kennelijk dat de politie zichtbaar op het station
aanwezig is om haar ex-man aan te houden. We zijn er wel, maar niet zichtbaar. Ze zal wel gedacht hebben: "de politie doet niks !".
Kort voor 10:00 uur krijgt één van onze mensen de verdachte
in het vizier. Hij stapt uit de metro en heeft gelukkig het kind bij zich in
een buggy. Het wordt voorlopig scenario 1 dus. De vrouw maakt contact met haar
ex-man, haalt haar kind uit de buggy en knuffelt deze. Ook de verdachte is
zenuwachtig en kijkt continue om zich heen. Na enige tijd is te zien dat ze een
heftige discussie voeren en we zien dat de verdachte heftig ‘nee’ schudt. We
krijgen de indruk dat de vrouw het kind bij zich wil houden en niet terug wil
geven. Via de mobilofoon krijgen we van onze groepscommandant door dat we
alleen mogen ingrijpen als de verdachte en de vrouw een worsteling krijgen om
het kind en hij eventueel geweld daarbij gaat gebruiken. Gelukkig gebeurt dit
niet en de vrouw geeft het kind al huilend terug aan de verdachte. Deze plaatst
het kind in de buggy. De vrouw buigt zich nog een keer over het kind heen en
knuffelt het. Het is best zielig om dit te aanschouwen, omdat ze zich kennelijk hulpeloos alleen vindt. Ik denk bij mezelf : "nog even wachten, meid. Dan heb je je kind terug !" Hierna trekt de verdachte de buggy met het kind weg en loopt weg
naar het perron. De collega RET-medewerker neemt contact op met de centrale om
de aankomende metro te vertragen, zodat wij de tijd hebben om ons gereed te
maken. Uit het zicht van de vrouw spoed ik me naar het hokje van RET en kleed
me om in een heel andere outfit, gewoon als toerist. Ik loop het perron op met
mijn krantje en ga in de buurt van de verdachte quasi mijn krantje zitten
lezen. Ik heb, denk ik, geen letter van de krant gelezen, sterker nog, ik weet
niet eens wat er in de krant gestaan heeft. Dan komt de metro er aan en stapt
de verdachte in. Ik geef door dat de verdachte definitief in de metro gestapt
is. Op dat moment beginnen de collega’s in de burgerauto’s om ons heen te
zwermen. Ik zie dat de verdachte zich kennelijk ontspant, want hij heeft alle
aandacht voor het kind, geeft het een lange vinger en een bekertje drinken. Ik
geef door dat we metrostation Y
binnenrijden en zie dat de verdachte geen aanstalten maakte om uit te
stappen. De metrobestuurder heeft de opdracht gekregen om aanzienlijk traag te
handelen, zodat wij meer tijd hebben om bij elkaar te blijven. Het is best leuk
om te zien dat er passagiers zijn die zich ergeren aan de trage bestuurder.
Later blijkt ook dat de bestuurder er niks van snapte waarom hij zo traag moest
zijn, hij is na de actie uiteraard wel ingelicht.
Korte tijd later rijden we het station weer uit richting B.
Ik zie dat de verdachte zich gereed maakt om uit te stappen en geef dit door
aan de collega’s op straat. Deze verzamelen zich rondom metrostation B en wachten
in spanning af op mijn berichtgeving.
Dan stapt de verdachte uit op metrostation B. Ik stap ook
uit en loop nonchalant achter de verdachte aan. Binnenin bonkt mijn hart, ik
sta helemaal op scherp. Ik geef door dat de verdachte het metrostation verlaat
en richting het park loopt. Wanneer ik
doorgeef dat we het park binnen lopen, krijgen we van onze groepscommandant door dat
we overgaan tot het aanhouden. Twee auto’s met elk twee collega’s worden dicht
bij het park gepositioneerd tot ze een sein krijgen om het park binnen te
rijden. Het aanvalsplan wordt gemaakt. Zes collega’s in drie koppels lopen van
drie kanten het park binnen. Bij het passeren van de verdachte ‘scheppen’ en ‘bevriezen’ we hem. Dit komt
neer op het beetpakken van de verdachte onder de oksels en vloeren. Daarna
boeien en wachten tot er een auto ter plaatse komt om hem af te voeren.
Ik ben getuige van een prachtig schouwspel, omdat ik de verdachte
vrij dicht genaderd ben. Twee collega’s lopen zogenaamd druk pratend met elkaar
op de verdachte af. De verdachte heeft dit misschien gezien, maar wat is er nou
zo bijzonder aan twee mannen die ‘gezellig’ met elkaar lopen te praten. Maar
schijn bedriegt want op het moment dat de ene collega hem links en de andere
collega hem rechts passeert vliegt hij door de lucht heen en belandt met een
smak op de grond. Razendsnel wordt hij op zijn buik gedraaid en geboeid. Hij
gilt moord en brand en roept dat ze hem niet dood moesten maken. Ik snel toe,
grijp de buggy en maakt me hiermee uit de voeten. Het was vrij druk in het
park, dus het levert vrij veel aandacht van het publiek op. Een auto komt over
het wandelpad aangescheurd en stopt bij de verdachte. Deze wordt snel
ingeladen, op zijn buik liggend op de achterbank met daarop zittend een
collega. Ik pak het kind uit de buggy en neem het op mijn arm. Het kind krijst
alles aan elkaar bij het zien van zo’n vreemde vent. In de tweede auto, die
inmiddels aan komt rijden, proppen we de buggy, we stappen in en rijden weg,
voordat het publiek tijd heeft om te reageren op deze ‘ontvoering’. Missie
geslaagd.
Voldaan kijken wij elkaar aan, wat een geweldige actie,
zonder problemen. Onderweg naar het bureau krijgen we te horen dat de meldkamer
plat gebeld wordt dat er een man en een kind zojuist zijn ontvoerd uit het
park. Er worden een aantal surveillanceauto’s op afgestuurd, maar na een
telefoontje met de meldkamer worden deze geannuleerd.
Op het bureau gekomen blijkt de verdachte ‘het in zijn
broek’ gedaan te hebben, zo bang was hij geweest. Ondanks dat de collega’s hem
bij de aanhouding meerdere malen hebben verteld dat we van de Politie zijn,
gelooft hij het pas als hij het bureau binnen gaat. Hij vertelt later dat hij
echt dacht dat hij vermoord zou worden door een bende.
Hij verklaart dat hij nooit van plan is geweest om zijn kind
iets aan te doen, maar dit uit kwaadheid heeft gezegd tegen de rechter. Onze
actie is een harde maar goede les voor hem geweest.
Korte tijd later ontfermt zich een blijde moeder over haar
kind. Ze vraagt aan de recherche op wat voor manier we haar kind hier gekregen hebben,
maar daar heeft ze tot op heden naar kunnen gissen.