dinsdag 15 oktober 2013

Reanimatie op Sinterklaas

Het is een rustige zondagmorgen,  5 december 2010. Omdat er zieken in Rozenburg zijn moet er vanuit de noodhulp op Zuidplein iemand naar Rozenburg. Johannes, een neef van mij, heeft die dag dienst op Rozenburg en ik vind het leuk om eens een keer met hem dienst te doen. Ik bied me aan en vertrek naar Rozenburg.

Eerlijk gezegd verwacht ik dat het een erg rustige dienst gaat worden aangezien het dorp wel uitgestorven lijkt als ik er binnen kom rijden.
Op het bureau controleren we onze surveillance-auto. Dan belt Wouter van de verkeerspolitie me op, omdat hij gezien heeft dat ik ook ochtenddienst heb en hoort dat ik dienst op Rozenburg doe. Zodoende zitten we omstreeks 09:30 uur gezellig aan de koffie met koek.  We grappen, als we de kerkklokken horen luiden dat we genoeg tijd hebben om de kerkdienst bij te wonen. Tot we kort hierop geroepen worden door de meldkamer. De meldkamer meldt dat we met spoed naar de X straat moeten rijden, waar zojuist een vrouw heeft gezegd dat haar man dood in de stoel  zit. We vliegen het bureau uit en spoeden ons naar het adres. Wouter rijdt in ons kielzog mee. Op straat is het spekglad. Het heeft behoorlijk gesneeuwd en Johannes moet voorzichtig rijden om niet uit de bocht  te vliegen. Desondanks zijn we binnen 3 minuten ter plaatse.

In een stoel in de huiskamer zit een man roerloos met een paars aangelopen gezicht. Hij geeft geen enkel teken van leven meer. Gezien de krappe ruimte die we hebben verplaatsen Wouter en Johannes met enige kracht de loodzware marmeren huiskamertafel. Door de brute kracht breekt helaas de marmeren plaat dwars door midden en valt het voetstuk met een klap op de grond. Daar staan ze dan met met twee stukken in hun handen.  Ik schreeuw naar hen dat we snel door moeten gaan en ze smijten de stukken  in de hoek. Je zou haast in de lach schieten om de gezichtsuitdrukkingen van hen. Ik grijp de man onder zijn oksels en leg hem op de grond neer, waarop Johannes de AED onmiddellijk aansluit. Wouter begint met reanimeren. Het was al warm in de kamer toen we aankwamen, maar doordat de voordeur blijft openstaan springt de gaskachel in de kleine woonkamer aan op turbostand.   Het wordt om te smoren. Ik kan de knop niet vinden, dus draai ik de gaskraan uit. De TV staat ook op turbo, maar dan op decibelhoogte. Ik kan de afstandsbediening of de aan/uitknop niet vinden en trek ten einde raad de stekker uit het stopcontact.  Ook heb ik alle moeite om de vrouw in bedwang te houden. Ze is duidelijk helemaal van slag en wil over haar man heenstappen om de poes in de keuken te pakken die weggekropen is. Ik vertel haar dat ze beter in de gang kan blijven, omdat we bezig zijn met reanimeren. Ik zie aan haar gezicht dat ze in shock is, want ik praat tegen een muur. Dan dwing ik haar min of meer om op een stoel  te gaan zitten die ik in de hoek van de kamer heb neergezet.
Inmiddels zijn Johannes en Wouter druk aan het reanimeren en doet de AED  zijn werk. Deze  adviseert een schok. Dat is een goed teken. Na 5 minuten arriveren er 2 ambulances en een brandweerwagen. Gezien de krappe ruimte en het feit dat Johannes en Wouter goed in hun ritme zitten nemen de brandweercollega’s even de zorg van de vrouw op zich en daar ben ik wel blij mee. De ambulancebroeders sluiten hun apparatuur aan en maken de patiĆ«nt klaar voor transport. Omdat ik mijn handen nu vrij heb bel ik de zoon van het echtpaar op. Hij blijkt een paar straten verderop te wonen en hij is er snel. Ik  leg hem de situatie uit.

Weer in de woonkamer gekomen hoor ik dat de man hartslag heeft en dat de ambulancebroeders  met spoed willen vertrekken. De man wordt op de brancard gelegd en vertrekt met de eerste ambulance. In de kamer is het een grote puinhoop. We hebben natuurlijk een gebroken tafel, maar kennelijk stond de tafel ook vol met spulletjes, die nu overal door de kamer liggen en daarbij ligt ook het nodige afval van de ambulancebroeders. We fatsoeneren zoveel mogelijk de kamer met behulp van de zoon. De echtgenote mag haar man achterna in de tweede ambulance en samen met een brandweerman begeleiden we haar over de glibberige stoep naar de ambulance. Terloops vraagt ze nog aan mij of ik alsjeblieft een verkeerd geparkeerd staande auto  voor hun garage wil bekeuren, omdat daarmee alle ellende die ochtend is begonnen. Ze vertelt dat haar man zich hierover zo had opgewonden dat hij volgens haar hierdoor deze hartstilstand heeft gekregen. Hij had de eigenaar van deze auto  aangesproken, maar deze was al schouderophalend zijn huis binnen gelopen en had zijn auto gewoon laten staan. Ik zeg haar toe een bekeuring uit te schrijven en wens haar sterkte waarop ze vertrekt met de ambulance. Nadat ook de brandweerwagen vertrokken is, loop ik naar de auto toe en schrijf een bekeuring uit. De eigenaar heeft kennelijk al het spektakel gevolgd en ziet mij bij zijn auto staan. Hij komt naar buiten en vraagt me wat er allemaal aan de hand is. Ik vertel hem dat mogelijk alles begonnen is door zijn fout geparkeerde auto en dat hij een bekeuring krijgt voor het blokkeren van een uitrit. Kennelijk schaamt hij zich want zonder enig commentaar pakt hij de bekeuring aan en verplaatst alsnog zijn auto. Ik noteer de gegevens van de zoon en beloof met hem contact te houden over de toestand van zijn vader. Na enige keren contact te hebben gehad met de zoon horen we tot onze vreugde dat zijn vader geheel opknapt en na enige weken weer naar huis mag. Wat een Sinterklaascadeau!

Op 28 februari 2011, 12 weken later, gaan we (wijkteamchef Jan , Johannes en ik) op bezoek bij de man en zijn vrouw. Wouter is helaas verhinderd door vakantie. Het wordt een leuk weerzien. We herkennen de man niet meer, zo paars van kleur toen we hem indertijd aantroffen, zo blakend van gezondheid zien we hem nu weer. We worden getrakteerd op koffie en gebak. Hij vertelt hoe hij alles ervaren had en ons ontzettend dankbaar is. Ook zijn vrouw doet haar verhaal, waarbij het verhaal van de gebroken tafel natuurlijk niet ontbreekt. We hebben gelachen en zijn bedolven onder de complimenten. De holle marmeren tafelvoet zal in de toekomst buiten dienen als bloembak en een paar stukken marmer van de tafel staan als herinnering op de schoorsteen in een glazen fles. Ook de zoon komt nog even langs om ons te bedanken.

Dit zijn toch de gebeurtenissen die het politievak zo mooi maken.

Zie artikel : http://www.rotterdam.nl/tekst:demanheeftweereenhartslag