Eerlijk gezegd verwacht ik dat het een erg rustige dienst
gaat worden aangezien het dorp wel uitgestorven lijkt als ik er binnen kom rijden.
Op het bureau controleren we onze surveillance-auto. Dan
belt Wouter van de verkeerspolitie me op, omdat hij gezien heeft dat ik ook
ochtenddienst heb en hoort dat ik dienst op Rozenburg doe. Zodoende zitten we
omstreeks 09:30 uur gezellig aan de koffie met koek. We grappen, als we de kerkklokken horen luiden
dat we genoeg tijd hebben om de kerkdienst bij te wonen. Tot we kort hierop
geroepen worden door de meldkamer. De meldkamer meldt dat we met spoed naar de
X straat moeten rijden, waar zojuist een vrouw heeft gezegd dat haar man dood
in de stoel zit. We vliegen het bureau
uit en spoeden ons naar het adres. Wouter rijdt in ons kielzog mee. Op straat
is het spekglad. Het heeft behoorlijk gesneeuwd en Johannes moet voorzichtig
rijden om niet uit de bocht te vliegen.
Desondanks zijn we binnen 3 minuten ter plaatse.
In een stoel in de huiskamer zit een man roerloos met een
paars aangelopen gezicht. Hij geeft geen enkel teken van leven meer. Gezien de
krappe ruimte die we hebben verplaatsen Wouter en Johannes met enige kracht de
loodzware marmeren huiskamertafel. Door de brute kracht breekt helaas de marmeren
plaat dwars door midden en valt het voetstuk met een klap op de grond. Daar staan
ze dan met met twee stukken in hun handen.
Ik schreeuw naar hen dat we snel door moeten gaan en ze smijten de
stukken in de hoek. Je zou haast in de
lach schieten om de gezichtsuitdrukkingen van hen. Ik grijp de man onder zijn
oksels en leg hem op de grond neer, waarop Johannes de AED onmiddellijk aansluit.
Wouter begint met reanimeren. Het was al warm in de kamer toen we aankwamen,
maar doordat de voordeur blijft openstaan springt de gaskachel in de kleine
woonkamer aan op turbostand. Het wordt om te smoren. Ik kan de knop niet
vinden, dus draai ik de gaskraan uit. De TV staat ook op turbo, maar dan op
decibelhoogte. Ik kan de afstandsbediening of de aan/uitknop niet vinden en
trek ten einde raad de stekker uit het stopcontact. Ook heb ik alle moeite om de vrouw in bedwang
te houden. Ze is duidelijk helemaal van slag en wil over haar man heenstappen
om de poes in de keuken te pakken die weggekropen is. Ik vertel haar dat ze
beter in de gang kan blijven, omdat we bezig zijn met reanimeren. Ik zie aan
haar gezicht dat ze in shock is, want ik praat tegen een muur. Dan dwing ik haar
min of meer om op een stoel te gaan
zitten die ik in de hoek van de kamer heb neergezet.
Inmiddels zijn Johannes en Wouter druk aan het reanimeren en
doet de AED zijn werk. Deze adviseert een schok. Dat is een goed teken. Na
5 minuten arriveren er 2 ambulances en een brandweerwagen. Gezien de krappe
ruimte en het feit dat Johannes en Wouter goed in hun ritme zitten nemen de
brandweercollega’s even de zorg van de vrouw op zich en daar ben ik wel blij
mee. De ambulancebroeders sluiten hun apparatuur aan en maken de patiƫnt klaar
voor transport. Omdat ik mijn handen nu vrij heb bel ik de zoon van het
echtpaar op. Hij blijkt een paar straten verderop te wonen en hij is er snel.
Ik leg hem de situatie uit.Weer in de woonkamer gekomen hoor ik dat de man hartslag heeft en dat de ambulancebroeders met spoed willen vertrekken. De man wordt op de brancard gelegd en vertrekt met de eerste ambulance. In de kamer is het een grote puinhoop. We hebben natuurlijk een gebroken tafel, maar kennelijk stond de tafel ook vol met spulletjes, die nu overal door de kamer liggen en daarbij ligt ook het nodige afval van de ambulancebroeders. We fatsoeneren zoveel mogelijk de kamer met behulp van de zoon. De echtgenote mag haar man achterna in de tweede ambulance en samen met een brandweerman begeleiden we haar over de glibberige stoep naar de ambulance. Terloops vraagt ze nog aan mij of ik alsjeblieft een verkeerd geparkeerd staande auto voor hun garage wil bekeuren, omdat daarmee alle ellende die ochtend is begonnen. Ze vertelt dat haar man zich hierover zo had opgewonden dat hij volgens haar hierdoor deze hartstilstand heeft gekregen. Hij had de eigenaar van deze auto aangesproken, maar deze was al schouderophalend zijn huis binnen gelopen en had zijn auto gewoon laten staan. Ik zeg haar toe een bekeuring uit te schrijven en wens haar sterkte waarop ze vertrekt met de ambulance. Nadat ook de brandweerwagen vertrokken is, loop ik naar de auto toe en schrijf een bekeuring uit. De eigenaar heeft kennelijk al het spektakel gevolgd en ziet mij bij zijn auto staan. Hij komt naar buiten en vraagt me wat er allemaal aan de hand is. Ik vertel hem dat mogelijk alles begonnen is door zijn fout geparkeerde auto en dat hij een bekeuring krijgt voor het blokkeren van een uitrit. Kennelijk schaamt hij zich want zonder enig commentaar pakt hij de bekeuring aan en verplaatst alsnog zijn auto. Ik noteer de gegevens van de zoon en beloof met hem contact te houden over de toestand van zijn vader. Na enige keren contact te hebben gehad met de zoon horen we tot onze vreugde dat zijn vader geheel opknapt en na enige weken weer naar huis mag. Wat een Sinterklaascadeau!
Op 28 februari 2011, 12 weken later, gaan we (wijkteamchef
Jan , Johannes en ik) op bezoek bij de man en zijn vrouw. Wouter is helaas verhinderd
door vakantie. Het wordt een leuk weerzien. We herkennen de man niet meer, zo
paars van kleur toen we hem indertijd aantroffen, zo blakend van gezondheid
zien we hem nu weer. We worden getrakteerd op koffie en gebak. Hij vertelt hoe
hij alles ervaren had en ons ontzettend dankbaar is. Ook zijn vrouw doet haar
verhaal, waarbij het verhaal van de gebroken tafel natuurlijk niet ontbreekt.
We hebben gelachen en zijn bedolven onder de complimenten. De holle marmeren
tafelvoet zal in de toekomst buiten dienen als bloembak en een paar stukken
marmer van de tafel staan als herinnering op de schoorsteen in een glazen fles.
Ook de zoon komt nog even langs om ons te bedanken.
Dit zijn toch de gebeurtenissen die het politievak zo mooi maken.
Zie artikel : http://www.rotterdam.nl/tekst:demanheeftweereenhartslag
Zie artikel : http://www.rotterdam.nl/tekst:demanheeftweereenhartslag