maandag 27 februari 2017

Beloofd is beloofd

De eerste menselijke reactie is je neus optrekken als je een zwerver tegenkomt. Op zich niet vreemd natuurlijk, want het zijn vaak niet de meest aantrekkelijke personen in de zin van kleding en geur.

Nu is het in Nederland niet altijd nodig om een zwervend bestaan te leiden, want er zijn gelukkig nog mogelijkheden om onderdak te krijgen. 



Natuurlijk is het geen vetpot, maar je hoeft niet per se uit de vuilnisbakken te graaien om in leven te blijven.
Velen kiezen er echter toch voor om over straat te zwerven. Waarom?

Alles heeft een oorzaak. Deze mensen zijn vaak vernederd, gekwetst of hebben trauma’s opgelopen, waardoor ze niet normaal meer kunnen functioneren in de maatschappij zonder, al dan niet gedwongen, geholpen te worden.
Als ik met hen in gesprek ga, hoor ik dikwijls schrijnende dingen uit zijn of haar leven. Ze vertrouwen niemand meer in hun omgeving, behalve zichzelf.

Als ik in de omgeving van het bureau rijd, passeer ik een zwerver die een winkelwagentje voortduwt, vol met spullen. Je kunt het gerust rommel noemen.
Als ik hem voorbij rijd, rollen mijn ogen er haast uit als mijn blik op zijn voeten valt.
Ik draai mijn motor en rijd terug.
Tot mijn verbazing zie ik dat ik het goed gezien heb. De beide neuzen van zijn gymschoenen zijn eraf en uit de neuzen steken nu de tenen van de man naar buiten.

Op mijn vraag of hij geen andere schoenen kan krijgen, vertelt hij dat hij maat 47 heeft en dat die heel moeilijk te krijgen is. Deze schoenen waren maat 45, dus heeft hij de neuzen er maar afgeknipt, zodat hij toch schoeisel aan zijn voeten heeft.
Met een droevig gezicht kijkt hij mij aan, ik heb echt medelijden met hem.
Ik krijg een idee en vertel hem dat hij zich over drie dagen ’s middags moet melden aan de balie van het bureau. Dan heb ik dienst en zorg ik dat er nieuwe schoenen voor hem klaar staan. Lachend vertel ik hem dat hij wel zijn lange nagels moet knippen, omdat hij anders maat 48 nodig heeft. Ik geef hem mijn kaartje, maar zie aan zijn gezicht dat hij mij niet gelooft.

Met hulp van de kledingwinkel van de Politie en diverse collega’s kom ik uiteindelijk in het bezit van vier paar schoenen in maat 47, nette schoenen en sportschoenen. Ook regel ik 10 paar nieuwe sokken elders.

Grijnzend leg ik de spullen bij de balie. Ik hoop dat hij wel komt.
Een paar dagen later is het zover. Hij staat aan de balie, met geknipte nagels.
Apetrots trekt hij de nieuwe sportschoenen aan. Zijn gezicht spreekt boekdelen. Hij kijkt dankbaar en gelukkig.

En als ik geen schoenen had kunnen krijgen? Dan had ik ze zelf gekocht. Beloofd is beloofd.

volgende blog 20/3