Als je eigen neef op hetzelfde bureau in dezelfde dienst werkt, is het
wel eens leuk om samen een dienst te draaien.
En natuurlijk dan zoveel mogelijk actie te hebben. Maar dat heb je
nooit voor het uitkiezen.
Johan, een zoon van mijn zus, staat bekend om zijn uitstekende
conditie. Niets is hem te gek wat betreft fysieke inspanning.
Ik zelf stap aan het einde van mijn nachtdienst niet op een fiets om
vervolgens nog 55 kilometer te gaan trappen. Later hoor ik dat hij halverwege
een lekke band kreeg, de fiets op zijn schouder had genomen en lopend was
verder gegaan. Ik ben blij als ik het halfuur in de auto om naar huis te rijden
nog kan opbrengen.
We krijgen een melding van een inbraak heterdaad. Er wordt ingebroken
in een huis, waarvan de melder weet dat de bewoners op vakantie zijn.
Het blijken de buren te zijn die gebeld hebben. Ze hebben duidelijk
glasgerinkel gehoord, gevolgd door gestommel in de woning. Het is inmiddels
donker, dus ik doof de verlichting van de bus. Zo rijden we de straat in.
We parkeren de politieauto en tijdens het uitstappen horen we glasgerinkel.
We zien bij de hoekwoning een persoon, in het donker gekleed, wegrennen.
We zetten allebei de achtervolging in, maar Johan roept naar mij dat ik
beter de bus kan gaan halen. Dat is maar goed ook, want voor ik terug bij de
bus ben, ben ik al bekaf.
Wat dan volgt is geweldig om te zien en voor de collega’s om te horen
over de portofoon.
Johan zit al snel achter de inbreker en zorgt dat hij hem constant in
het zicht heeft. Hij blijft expres achter hem rennen met de bedoeling hem
helemaal af te matten en daarna te pakken.
Ik roep over de porto dat hij positie moet doorgeven, zodat ik met de
auto erbij kan komen.
Ik ontwaar, dankzij de straatverlichting, telkens hetzelfde tafereel.
Er steekt een gezette man, in het zwart gekleed, rennend een straat
over, gevolgd door een kleinere persoon. Ik kan zien dat de eerste persoon alle
moeite moet doen om de tweede persoon voor te blijven. De tweede persoon, Johan
dus, rent op zijn gemakje erachter aan.
Telkens manoeuvreer ik de auto in de richting van de verdachte om hem
de pas af te snijden, maar deze keert telkens weer om en rent dan weer terug.
Johan blijft al rennend positie
doorgeven. Eindelijk lukt het mij om de verdachte voor te zijn. Ik blokkeer de
weg van de verdachte, voor Johan de tijd om toe te slaan. Met een voetveeg
vloert hij de inbreker. Wat mij opvalt, is een kokhalzende en naar adem
snakkende verdachte en een rustig ademhalende, triomfantelijk kijkende Johan.
Als ik vraag aan Johan waarom hij de verdachte niet eerder pakte, merkt hij
droogjes op : “Hij heeft ook een beetje beweging nodig!”
Volgende blog 12/06/17
Volgende blog 12/06/17