maandag 26 december 2016

Eén melding



Een nachtdienst draaien samen met de (toenmalige) directeur van de Politie Rotterdam-Rijnmond levert wel eens voordelen op. En dan bedoel ik niet een wit voetje halen.

Na vijf minuten, als chef Martine en ik op straat zijn, krijgen we een melding van een schietpartij, waarbij een man beschoten en geraakt is. We trekken onze zware vesten aan. Als we op de plaats van het incident aankomen zien we eigenlijk niets, tot we zijn uitgestapt. We horen een man schreeuwen. Hij is kennelijk een telefoongesprek aan het voeren. Martine herkent de taal die hij spreekt als Papiaments.

Als we hem aanspreken blijft hij telefoneren met een decibelwaarde tegen de pijngrens aan. We krijgen er geen speld tussen. We hebben het idee dat we hier met het slachtoffer te maken hebben, maar zien geen bloed of ernstige verwondingen.

Omdat hij door blijft ratelen pak ik zijn arm beet, trek de telefoon van zijn hoofd af en vraag op luide toon of hij degene is die gebeld heeft en waar het slachtoffer is. Hij reageert boos en schreeuwt dat hij het slachtoffer is die beschoten is. Verbaasd vraag ik waar dan de kogel of kogels hem geraakt hebben. Dan wijst hij naar zijn hoofd en schreeuwt: “Hier, kijk dan hier!” 

Martine schijnt met haar zaklamp op het hoofd van het slachtoffer en tot onze grote verbazing zien we twee gaatjes zitten in het hoofd van het slachtoffer waar ook bloed uitkomt, een zogenaamd in- en uitschot achter zijn linkeroor. De kogel is aan de achterkant half door de schedel en half door het oor gegaan en aan de voorkant er weer uitgekomen. Doordat het donker is, de donkere huidskleur van het slachtoffer en doordat hij met zijn telefoon tegen het gewonde oor aanzat hebben we dit helemaal niet gezien.

Nu zien we ook pas dat zijn telefoon, zijn linkerhand en zijn nek helemaal onder het bloed zitten. En toch gewoon bellen op de manier zoals je het altijd doet, achteraf hebben we hier ontzettend om moeten lachen.
We vragen om meer politie ter plaatse en overleggen samen. En hier zie je gelijk het verschil en de voordelen om eens met elkaar de straat op te gaan. Ik neem de eerste maatregelen die nodig zijn voor een ‘plaats delict’ te vormen en Martine schaalt gelijk hoger in. Ze wil eerst zeker weten dat de omgeving veilig is en bestelt gelijk het arrestatieteam, omdat de verdachte mogelijk nog in een woning zit volgens het slachtoffer. 

Grinnikend zegt ze tegen me dat ze hier geen chef voor nodig heeft, want de toestemminggever “is ze zelf”. Alles wordt even ‘kort en zakelijk’ geregeld. Uiteindelijk blijkt de verdachte gevlucht te zijn. Het slachtoffer houdt verder niets aan de verwondingen over en de verdachte wordt later alsnog gepakt.

Als we klaar zijn is het 07:00 uur; na één melding einde dienst. Totaal nog geen zes kilometer gereden.


Volgende blog 16/01/17