Je moet gebruik
maken van de middelen die je als politieagent hebt, namelijk je wapenstok,
pepperspray, pistool en handboeien. Je zou het hiermee moeten kunnen redden,
toch?
In de praktijk
is het ene middel echter niet voldoende en het andere middel te zwaar om in te zetten. Maar er wordt
wel verwacht dat de politie ingrijpt om erger te voorkomen.
We krijgen een
melding van een verdachte die het interieur van een pizzeria sloopt. Het
personeel van de pizzeria is gevlucht en heeft zichzelf opgesloten in een
ruimte.Als we met
meerdere politieauto’s ter plaatse komen, zien we een man met ontbloot
bovenlijf in de zaak staan. Hij is door het dolle heen en gooit tafels en
stoelen naar buiten.
Er staat die dag
een stormachtige wind, waardoor communicatie op veilige afstand met de verdachte
bemoeilijkt wordt. Als hij ons ziet pakt hij een groot mes en gaat in de
deuropening staan, maar doet verder niets.Pepperspray is vanwege
de harde wind absoluut geen optie, want de pepperspray zal recht in onze
gezichten terugkomen. Enkele collega’s trekken hun pistool en richten het op de
verdachte. Die is daar helemaal niet van onder de indruk en roept: “Schiet dan!” Er valt niet met hem te praten, hij
blijft voor de pizzeria staan. We vragen om een politiehond ter plaatse, maar
dat kan nog wel even duren, omdat de collega van de hondenbrigade van ver moet
komen.
De verdachte
gaat weer naar binnen en weer vliegen meubelstukken en attributen de zaak uit. De middelen die
we hebben gaan dus niet werken. Het gebruikte geweld moet namelijk altijd in verhouding staan tot de situatie en het misdrijf. Dit wordt ook wel 'proportioneel en subsidiair' genoemd.
Nu ben ik
altijd wel iemand die in dit soort situaties op zoek gaat naar voorwerpen die ik
naar de verdachte kan gooien. Dat werkt altijd uitstekend. Als je namelijk een
bloempot of stoel naar iemand gooit, is de eerste menselijke reactie het
afweren met de armen, om het gezicht of lichaam te beschermen. Gevolg: het mes
wordt losgelaten.
Mijn oog valt op
een reclamebord van de pizzeria, dat op een sokkel vrolijk staat te draaien in
de wind. Ik trek het bord uit de sokkel, kies een mooie positie om de hoek en
wacht af tot de verdachte weer naar buiten komt. In mijn ooghoek zie ik een
paar collega’s naar me kijken. Ze begrijpen wat ik van plan ben en ietwat met
een grijns op mijn gezicht wacht ik af.
Dan komt de verdachte naar buiten en
richt zich weer tot de collega’s die op afstand staan. Ik neem een
aanloop en gooi het pizzabord als een boemerang naar hem toe. Ik zie zijn
verschrikte gezicht, als hij vanuit zijn ooghoek iets ziet komen aanvliegen.
Hij is te laat, het bord treft hem voluit op zijn lichaam, waardoor hij
ongenadig hard ten val komt. Helaas stopt het pizzabord niet bij de verdachte,
maar gaat dwars door de ruit van de pizzeria heen. De collega’s bespringen de
verdachte en boeien hem. Een collega merkt droogjes op dat ik door mijn actie de
toch al grote puinhoop in de pizzeria nog groter gemaakt heb.
Tja, toch beter
dan de verdachte neerschieten.
Volgende blog 14/11 (de 100e)
Sommige werkgevers chanteren hun personeel door klussen te laten doen die
risicovol zijn. Zolang het goed gaat ben je de beste, maar als het fout gaat?
Jan werkt al geruime tijd bij een bouwbedrijf. De baas van Jan neemt het niet
zo nauw met de regels en stuurt hem op de pad met niet vastgezette of losse
lading of zonder de benodigde papieren. Jan wordt regelmatig bekeurd, maar
heeft geen keus. De bekeuringen worden overigens wel door zijn baas betaald.
Regelmatig rijdt Jan ook met een grote aanhanger achter zijn bedrijfswagen,
waarvoor echter een rijbewijs E achter het rijbewijs B nodig is. Hij heeft al
enkele keren aangegeven dat hij zo niet mag rijden en graag zijn rijbewijs E
wil halen, maar zijn baas wuift dit weg en zegt dat hij niet moet zeuren en
gewoon moet rijden. Het risico dat je gepakt wordt is toch klein.
Met de dag groeit het verlangen van Jan om ander werk te zoeken. Hij heeft
echter een koophuis en een gezin en kan niet zomaar weg bij zijn huidige baas.
Op een dag krijgt hij de opdracht om een lading stellingpijpen op de
aanhanger te vervoeren. Hij heeft echter zijn bedenkingen over het
totaalgewicht tijdens het aankoppelen van de aanhanger, want hij moet hiermee
door twee tunnels rijden.
Hij loopt naar het kantoor van zijn baas en maakt dit kenbaar. Het resultaat
is een grote mond van die bullebak en een tirade dat hij beter kan ophoepelen als
hij zo door blijft zeuren. Het is jammer dat Jan niet honderd meter na de poort
de politie belt met het verzoek om gecontroleerd te worden. Hij gaat op weg
naar zijn bestemming.
In de eerste tunnel gaat het al mis. Door het zware gewicht begint de
aanhanger te slingeren, schaart, botst tegen een spiksplinternieuwe auto aan
die naast hem rijdt en boort zich in de tunnelwand. De nieuwe auto belandt op
zijn kop in de tunnel en de bestuurder komt met de schrik vrij. Hij heeft welgeteld
twee uur van zijn auto kunnen genieten. Jan komt ook met de schrik vrij, maar
de schade is enorm. Enkele beschermingsplaten van de tunnelwand zijn vernield
door stellingpijpen die door de lucht gevlogen zijn. De auto en de aanhanger
zijn total loss.
De ellende begint voor Jan.
Hij wordt aansprakelijk gesteld voor alle schade, omdat hij zonder
rijbewijs met deze te zware combinatie reed. En zijn baas? Die ontkent Jan opdracht
gegeven te hebben voor deze rit en ontslaat hem. Jan draait voor alle kosten op,
zo’n 60.000 euro, en belt huilend op of wij als politie geen proces-verbaal
willen opmaken, zodat de verzekering de schade dekt en niet op hem zal verhalen.
Ik kan en mag niet anders dan de waarheid op papier zetten.
Het is goed om erover na te denken welke keuze je maakt. Laat je niet
verleiden door dit soort “bazen” die alleen een economisch belang bij je
hebben. Je blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor de keuze die je
maakt.
volgende blog 23/10