Deze keer gaan we onze dag volledig besteden aan het opknappen van Huize Thomas in Rotterdam. Dit is een op Christelijke grondslag gebaseerde dagopvang voor circa 55 meervoudig gehandicapte kinderen, die daar de dag doorbrengen en begeleid worden in de dagactiviteiten. Het pand is van binnen gedateerd en kan een opknapbeurt wel gebruiken. Donkerbruin overheerst als kleur en de pastelkleuren op de muren kunnen ook wel een nieuwe lik gebruiken.
Als we met vijftien man/vrouw aankomen zien we busjes af en aan rijden en kinderen worden naar binnen gebracht.
De dag begint met een dagopening en wij worden daarbij uitgenodigd. In een achthoekige ruimte, een soort aula, zoeken we een plaats tegen de muur en kijken om ons heen.
We zien meervoudig gehandicapte kinderen in de leeftijd van vijf tot zeventien jaar in een ruime kring. Kinderen in rolstoelen die lichamelijk en/of verstandelijk gehandicapt zijn, kinderen die spastisch zijn of anderszins een beperking hebben.
Er zit een begeleidster die een melodie op een kleine harp inzet en er worden wat bekende liederen gezongen. Doordat de kinderen, door hun handicap ongecontroleerde bewegingen maken met hun hele lichaam en andere kinderen ondefinieerbare klanken voortbrengen, lijkt de dagopening op een ritueel van een onbekende bevolkingsgroep. Het maakt indruk en we kijken allemaal geraakt om ons heen. Eigenlijk weten we ons als doorgewinterde politiemensen geen houding te geven.
Na de dagopening gaan de kinderen naar hun klasjes, de begeleiding is één op drie en er is grote bewondering voor de mensen die dit werk doen.
Er
is door een collega, die de dag heeft georganiseerd, een werkschema gemaakt en
nadat we de dagopening hebben ervaren willen we maar een ding, namelijk beginnen met de
werkzaamheden.
Er
wordt geschuurd en geschilderd, er worden ramen gezeemd, speeltoestellen
en fietsjes/karretjes gerepareerd en geschilderd. Verder wordt er getegeld, de badkamer schoongemaakt, het dak en de goten schoongemaakt en er wordt beurtelings in het
bijzijn van de kinderen door twee geüniformeerde ploegleden een fietsendief
aangehouden. Tevens wordt er een rondje met de politieauto gemaakt, zwaailicht en
sirene gaan af en toe aan en de kinderen genieten zichtbaar. Het is verrassend
hoeveel verborgen talent er zich onder de politiemensen bevindt, ieder doet waar hij/zij goed in is.Er wordt aangepakt, niet gemopperd en gezweet. Tussen de middag genieten we van een lunch waarvan we, door het beperkte budget van het huis, in verlegenheid worden gebracht.
Even deze dag geen schietpartij, geen steekpartij, geen huiselijk geweldsituatie, geen bekeuringen schrijven of het ophalen van vervelende winkeldieven, maar zoals de Politiewet voorschrijft “hulp aan hen die dit behoeven”.
Om 16:00 uur zijn we weer in de ruimte waar de dagopening heeft plaatsgevonden en praten we nog even na. Dan blijkt hoeveel indruk alles heeft gemaakt en hoezeer we daardoor geraakt zijn. We horen dat een collega tranen in zijn ogen heeft gekregen bij de aanblik van deze kinderen. Naast hem horen we van andere collega’s dat deze ook waren geraakt door de aanblik van deze kinderen. Als politieman vind ik dat ik soms best wel een zware baan heb, maar als ik het werk van de begeleidsters zie, dan ben ik dankbaar voor het werk wat ik nu mag doen. Ik zou me geen raad weten om hun werk te doen, wat een grote bewondering heb ik voor de begeleidsters, want dat is pas zwaar!
Andersom geven de begeleidsters aan dat zij onze baan niet zouden willen doen, omdat ze het zwaar werk vinden. Gelukkig heeft ieder mens zijn eigen interesses en gaven. Tegen 17.00 uur wordt de dag afgesloten en worden de klussen die nog niet helemaal af zijn doorgenomen. Er wordt afgesproken om deze op een andere dag in eigen tijd af te maken.
Niets is vanzelfsprekend en we zijn weer even met onze neus op de feiten gedrukt. Glimlachend kijk ik terug op deze dag!
(Volgende blog 2 febr)
(foto Willem van Hoorn schildert skelter/tekstgedeelte A. Besems)