maandag 25 november 2013

Brand in een woning


We hebben die avond in december video-surveillance met een onopvallende Volvo van de Verkeerspolitie. De auto is uitgerust met een permanent draaiende video-camera, waarbij de beelden ‘live’ opgenomen worden. Deze beelden kunnen dan direct teruggekeken worden, zodat overtreders hun capriolen kunnen bekijken. Gekomen op het Vaanplein te Rotterdam moet ik hoognodig naar het toilet. We besluiten even door te rijden naar een politiebureau. Net als we onze auto voor het bureau geparkeerd hebben en zijn uitgestapt  horen we via de mobilofoon een melding van een brand in de woning aan de X weg door de meldkamer. Er wordt tevens doorgegeven dat er zich nog mensen in de woning bevinden. Plaatselijk goed bekend roep ik tegen mijn collega dat dit heel dichtbij is. Hierop springen we in de auto en rijden naar het pand toe. De videocamera draait lustig mee. Gekomen voor het pand slaan de vlammen hier al uit. Het blijkt op de derde verdieping te zijn. Voordat ik uitstap richt ik de videocamera op het brandende pand. Op dat moment zie ik niet dat achter de vlammen, die uit het raam slaan, een persoon aan de dakgoot hangt.
Ik ren naar de portiekdeur van het pand toe en vraag aan omstanders of ze weten waar de bewoners zijn of dat ze mogelijk nog binnen zijn. Ik hoor iemand zeggen dat ik dan even naar boven moet kijken, dan kon ik de bewoner zien.

Wat ik toen zag was verschrikkelijk…. Aan de dakgoot hangt een man, die wanhopig probeert aan de vlammen te ontkomen. In een flits schiet nog door me heen hoe die ‘iemand’ dit op zo’n koele toon kan zeggen, terwijl daar een mens in doodsnood aan de dakgoot hangt.  Achteraf kan ik hier nog kwaad om worden.

Ik schreeuw tegen het slachtoffer dat hij vol moet houden en dat de brandweer eraan komt. Ik heb geen idee of hij het gehoord heeft, maar hoor inmiddels wel de brandweer aan komen, omdat de kazerne dichtbij is.

De brand slaat uit en vurige tongen lekken langs het raam richting de man. Ik zie dan dat de vlammen vat krijgen op de kleding van het slachtoffer. Er klinken doodskreten en ik schreeuw nogmaals dat hij vol moet houden. Inmiddels is de ladderwagen ter plaatse en komt er een brandweerman naast mij staan. Ik wijs naar het slachtoffer en vertel dat ik niet weet of er nog meer bewoners binnen zijn. De brandweerman trekt mij een stuk terug, terwijl zijn collega’s zo snel mogelijk de ladder in positie willen brengen.

Helaas is het te laat want op het moment dat we even met elkaar staan te overleggen wat we verder nog kunnen doen, laat het slachtoffer los en valt naar beneden. Het geluid als hij neerkomt klinkt  als of er een zak aardappelen op de grond neergesmeten wordt. Ik sta eigenlijk perplex te kijken tot ik een stomp van de brandweerman krijg die roept dat we het slachtoffer weg moeten halen onder het pand vandaan.
We grijpen allebei een arm van het slachtoffer en slepen hem onder het brandende pand vandaan. De arm die ik vastpak is ontveld en geblakerd en de lucht die ik ruik is erbarmelijk. Bij de brandweerwagen wordt het slachtoffer door de brandweermensen gekoeld. Ik hoor hem kreunen en kniel naast hem neer. Ik vraag hem naar zijn naam, maar krijg geen contact met hem. Het gezicht van het slachtoffer is vreselijk verbrand en ik heb weinig hoop meer dat hij het redt.
Dat blijkt ook achteraf want na drie uur overlijdt hij.

Teruggekomen in de auto, spoelen we de videoband terug. Ik realiseer me dat de videocamera naar boven gericht stond. Achter de vlammen zien we de man aan de dakgoot hangen tot de tijd dat hij loslaat en naar beneden valt. We hebben er even over nagedacht en hebben hierna de beelden gewist, zodat niemand over deze gruwelijke beelden kan beschikken. We zijn hierna al vrij snel naar het bureau teruggegaan, want op zulke momenten heb je weinig lust meer om je werk te doen en zit je er totaal niet meer met je ‘koppie’ bij.

Op 29 oktober 2013 verschijnen foto’s via whatsapp waarbij 2 monteurs op een brandende windmolen staan, kort voor ze door de vlammen gegrepen worden. Dit roept herinneringen bij me op aan bovenstaand incident. Via twitter roep ik op om de foto te wissen voor ze een onuitwisbare indruk maken. Ik krijg heel veel steun, waarbij de fotograaf zelfs zijn foto verwijdert nadat bekend was dat beide monteurs om het leven waren gekomen. Maar ook krijg ik stevige kritiek waar ik me mee bemoei en wordt de foto door hackers teruggetoverd en op internet geplaatst. Maar ik kan me wel verplaatsen in de hulpverleners die bij het incident in Ooltgensplaat zijn geweest.
Je vergeet dit nooit meer.