Het onvoorspelbare
van politiewerk is de onvoorspelbaarheid van mensen. Ik zie de blik van de
bestuurder veranderen, maar ben te laat.
Tijdens het
parkeren van mijn privéauto, maar wel gekleed in mijn politie-uniform komt een
auto tegen de richting in me tegemoet rijden. Als de bestuurder ook nog eens luid
begint te toeteren, omdat ik de weg blokkeer is het tijd om uit te stappen en
hem aan te spreken.
Ik loop naar het
bestuurdersportier en zie hem zichtbaar schrikken. Door het geopende raam vraag
ik naar zijn rijbewijs en vertel hem de reden waarom ik hem staande houd. Hij weigert
echter elke medewerking te verlenen. Een flinke alcoholdamp komt me tegemoet. Ik
vraag hem de motor van de auto uit te zetten, zodat hij niet direct weg kan
rijden. Ik leg hem uit dat ik collega’s laat komen met een blaasapparaat voor
een alcoholtest.
Dan zie ik de blik
van de bestuurder veranderen. Mijn gevoel zegt dat hij zich waarschijnlijk aan
zijn aanhouding zal onttrekken. Ik besluit om hem daadwerkelijk aan te houden
en maak met een snelle beweging het portier open. Met mijn rug tegen het
geopende portier en mijn voet op de dorpel van de auto pak ik hem beet en wil
hem uit de auto trekken. Dan gebeurt er iets waar ik niet op gerekend heb.
Bliksemsnel start hij de auto met zijn vrije rechterhand, zet de auto in zijn
achteruit en geeft volgas achteruit. Hangend aan het portier, maar gelukkig met
mijn voet op de dorpel zodat ik me staande kan houden, word ik meegesleurd.
Ik zet me schrap als
we met grote snelheid achteruit rijden. Ik heb de tegenwoordigheid van geest
nog om mijn pepperspray te pakken en hem in zijn gezicht te spuiten. Een
lantaarnpaal doemt op en het portier slaat met een grote klap hier tegenaan, op
nog geen tien centimeter afstand naast me. Doordat het portier dubbelslaat, smak
ik tegen de grond en rol over straat.
Even lig ik beduusd
op de grond, maar de adrenaline in mijn lijf doet wonderen. Ik krabbel overeind,
roep via mijn portofoon om assistentie en ren naar mijn auto toe. Ik zie de
verdachte wegrijden, het portier bengelt nog aan zijn auto. Gelukkig heeft de
pepperspray zijn werk gedaan, want een stuk verderop staat de auto stil. De
verdachte zit hevig snotterend over het stuur gebogen. Boos sleur ik hem de
auto uit, leg hem op de grond en zet hem in de handboeien. Gelukkig zijn mijn collega’s
snel ter plaatse en nemen de verdachte over.
Weliswaar flink gehavend
door schaafplekken besef ik dat ik er goed van afgekomen ben. De verdachte
wordt later veroordeeld voor poging doodslag.
Volgende blog 16/11
Getergd tot het uiterste door een arrestant neem je in je emotie wel eens een verkeerde beslissing.
Dat levert wel eens rare vormen op in een politieauto.
Al surveillerend,
samen met mijn collega Leo, speuren we in de nacht naar verdachte situaties. Er
zijn de laatste tijd veel inbraken in een winkelcentrum en zodoende kruisen we
het winkelcentrum door met onze politiebus. Plotseling komt om de hoek een
fietser, gekleed in donkere kleding, die ons zonder licht tegemoet rijdt. Als
hij ons passeert zie ik dat hij zijn gezicht van ons afwend en een rugzak draagt.
Gezien het tijdstip en de locatie besluiten we om hem aan te spreken. Ik keer
de bus en we rijden achter de man aan. Aanspreken lukt niet want hij weigert te
stoppen, ook na herhaaldelijk roepen via de megafoon. Ik durf hem niet aan te
rijden, omdat hij anders lelijk ten val kan komen. We hebben nog niet zoveel
feiten en omstandigheden om koste wat kost hem te stoppen.
Als hij dreigt te
ontsnappen door hekjes in een brandgang, springt Leo uit de bus en rent achter
de verdachte aan. Hij weet hem te pakken te krijgen en vordert een
legitimatiebewijs.
Het blijkt een
bekende inbreker te zijn en na fouillering treffen we voldoende bewijsmateriaal
aan om hem aan te houden als verdachte. Hij is vreselijk recalcitrant en
weigert elke medewerking. We krijgen de meest vreselijke ziektes naar ons hoofd
geslingerd en boeien hem.
Nadat we hem in de
bus geplaatst hebben en de fiets erbij gezet hebben rijden we naar het
politiebureau toe.
Onderweg irriteer
ik me mateloos aan het gedrag van de verdachte. Als hij dan ook nog met kracht
tegen de fiets begint te schoppen, zodat deze tegen het tussenschot in de bus
aanklapt ben ik het helemaal zat.
Wat ik echter niet
weet is dat Leo inmiddels zijn gordel heeft los geklikt. Voordat Leo wil gaan
vragen of ik even wil stoppen, trap ik met kracht op de rem. De bedoeling is om
de verdachte te laten schrikken om vervolgens de schuifdeur open te doen en de
fiets gewoon op straat te smijten en deze later op te halen. Dan gebeurt
het… Door de kracht van het remmen
vliegt Leo voorover en knalt met zijn hoofd tegen de voorruit. Het is een
enorme klap en de voorruit barst. Leo heeft letterlijk de ruit er bijna
uitgekopt. De voorruit is aan de kant van Leo verbrijzeld en de haren van Leo
zijn uit zijn hoofd getrokken. Geschrokken kijk ik Leo aan die een pijnlijk
gezicht trekt en met zijn handen z’n hoofd vasthoud, net of het er elk moment
kan afvallen.
Ik loop om de bus
heen, trek de fiets eruit en smijt hem op straat. Ik gooi de deur weer dicht en
vraag aan Leo hoe het gaat. Leo zegt dat het wel gaat en vraagt om naar het
bureau te rijden.
Wat heb ik een
ontzettend rotgevoel. Het is mijn eigen fout, maar veroorzaakt door het gedrag
van de verdachte waar ik me door liet leiden.
Leo hield er
gelukkig niets aan over dan een aantal dagen flink pijn in zijn hoofd. De
collega’s wilden natuurlijk de gebarsten voorruit goed bekijken. De conclusie
was dat Leo toch wel een harde kop heeft.
Volgende blog 26/10