Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

maandag 8 juni 2015

‘Zorgelijke’ vernieling

Van de dienstdoende politiemensen wordt verwacht dat ze in de nachtelijke uren op surveillance zijn in tegenstelling tot overige hulpdiensten die meldingen afwachten. Als mensen een probleem hebben, bellen ze de meldkamer en wordt de politie, die zijn immers toch op straat, erbij geroepen. We krijgen soms de gekste meldingen, waarvan je afvraagt of dat wel tot de taak van de politie behoort. Maar ’s nachts een handje helpen is geen probleem.

In de zorg verbaas (en verwonder) ik me soms hoe de bezetting is in ‘huizen’. Dikwijls 's nachts met twee medewerkers, die het vuur uit de sloffen lopen, voor de zorg van een heel huis. Als er dan ook nog meer incidenten zijn, kunnen ze een langdurig incident zeker niet behappen en wordt de politie erbij geroepen.

De centralist van de meldkamer wordt gebeld door een medewerker van een groot verzorgingstehuis met het verzoek om hulp. Ze kunnen een bewoonster van in de tachtig jaar niet meer van het toilet krijgen. Ze is in de toiletpot gevallen en zit muurvast. Ook met hulp van de andere medewerker lukt dit niet. Daar komt nog bij dat er een aantal bewoners zijn die snel zorg nodig hebben, dus de nood is hoog. De medewerkers van het verzorgingstehuis kunnen niet net als bij ons ‘even’ om assistentie vragen.

Wij krijgen de melding en ik kijk mijn collega Louis aan. Dat hebben wij weer, moeten twee mannen gaan sjorren aan een oude vrouw.
Maar in dit soort gevallen bedenk ik me dat het wel mijn moeder geweest had kunnen zijn. Jammer genoeg leeft ze niet meer, maar ik zou hier ook alles voor doen.

Aangekomen bij het verzorgingstehuis blijkt het arme vrouwtje naar het toilet te zijn gegaan en daar in gevallen te zijn. De WC bril staat op dat moment omhoog. Het oude uitgemergelde besje zit dwars op het toilet met haar heupen klem onder de rand van de toiletpot en kermt van de pijn.
Discreet leg ik een handdoek over haar blote benen heen. Louis probeert haar voorzichtig op te tillen, terwijl ik haar probeer een slag te draaien, maar het lukt voor geen meter. Ik vraag de medewerker om een fles afwasmiddel en smeer haar heupen daarmee in, in de hoop dat dit als een soort glijmiddel werkt. Maar dit helpt helaas ook niet.
Het duurt me allemaal veel te lang en daarbij moet ik zeggen dat je het behoorlijk benauwd krijgt van met z’n tweeën werken in een klein kamertje met bijbehorende luchten. Ik zeg tegen Louis dat ik een radicale oplossing heb en zo terugkom.

Uit de gereedschapskist van onze surveillancebus haal ik een hamer, een grote schroevendraaier en twee veiligheidsbrillen en haast me terug. Ik zie nog de gezichten van Louis en de medewerkers van het verzorgingstehuis, als ik met een veiligheidsbril op mijn neus terugkom. Wat gaat hij in vredesnaam doen? Ik vraag een deken aan de medewerkers die ik, met nog steeds vragende ogen, aangereikt krijg. Ik vertel hen dat ik de toiletpot aan één kant kapot ga slaan. De medewerker probeert het oude vrouwtje gerust te stellen. Zij zegt dat de hamer haar niet zal raken en de politie haar echt geen pijn zal doen. Eén van de medewerkers geef ik de andere veiligheidsbril en ik verzoek haar de deken als een scherm omhoog te houden ter bescherming van eventuele splinters. Louis ondersteunt de oude vrouw met beide armen en kruipt achter de deken weg. Ik vang nog even een glimp op van zijn misprijzende blik op zijn gezicht. Ik lig in een deuk als ik zijn gezicht achter de deken zie verdwijnen.

Met een paar ferme tikken op de schroevendraaier sla ik op een aantal punten het keramiek kapot om te zorgen dat ik met de hamer niet gelijk de hele pot aan gruzelementen sla.
Dan geef ik een grote klap aan de binnenkant van de pot. Een grote hap springt van de toiletpot af en het vrouwtje is bevrijdt. Louis tilt haar omhoog en loopt de kamer in en legt haar op bed.
We worden hartelijk bedankt door de medewerkers voor de hulp, maar ook grappend voor de vernieling van de toiletpot.

Als we in de auto stappen kijken we elkaar aan en barsten in lachen uit. Louis vertelt het Spaans benauwd gehad te hebben achter de deken, vooral door de warmte en de geuren. Hij had al diep respect voor het verzorgend personeel, maar nu helemaal. Hij weet vanaf nu zeker dat hij nooit in een verzorgingstehuis zou gaan werken.