Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

maandag 2 december 2013

Kind ontvoerd !

In de jaren negentig werd de Districts Ondersteunings Groep opgericht, beter bekend als de lokale ploeg. Dit is de voorloper van de huidige Regionale Interventie Eenheid, een groep agenten die ad hoc ingezet kan worden als ME-er, als undercover-agent, als team om een inval te doen in een woning naar aanleiding van informatie dat de bewoner een vuurwapen zou bezitten enz.
Eind jaren negentig mocht ik na een pittige opleiding op het opleidingscentrum in Hoogerheide aan de slag.
Eén van mijn eerste klussen is een geweldige klus. Een vader heeft zijn kind weggehaald bij de moeder en is onvindbaar. In de rechtszaak voorafgaand heeft de vader van de rechter te horen gekregen dat hij zijn kind niet meer mag zien en dat dit toegewezen is aan de moeder, zijn ex-vrouw. Na de rechtszaak is hij naar het kinderdagverblijf gegaan en heeft het kind ontvoerd. Hij heeft vervolgens zijn ex-vrouw gebeld en haar gezegd dat hij, als ze de politie gaat waarschuwen, hij het kind gaat vermoorden. De vrouw is toch hierop naar de politie gegaan met de informatie en via de recherche wordt contact opgenomen met de officier van justitie. Deze beveelt de aanhouding van de man buiten heterdaad, maar dit moet wel met de nodige voorzichtigheid gebeuren. De vrouw heeft verteld dat ze aanstaande zondag haar kind mag zien en wel op het metrostation X op het perron. Maar haar ex-man heeft wel gezegd dat hij, bij het zien van de politie, een mes op het kind zal zetten en het zal doden.

Met een team van 12 leden gaan we aan de slag. Er moet van alles geregeld worden. Allereerst wordt overlegd dat het metrostation op alle plaatsen ‘bezet’ moet worden. Nu hebben we het probleem dat het metrostation niet groot is, zodat we met niet teveel mensen aanwezig kunnen zijn. Een aanval op de man en het kind op het station zelf is uitgesloten. Politie in uniform mag absoluut niet in de buurt komen, dus wordt besloten om de ontmoeting ‘gewoon’ te laten plaatsvinden, de man hierna met het kind te laten vertrekken en buiten het metrostation tot de aanhouding over te gaan. We hebben geen idee of de man met een auto komt, een fiets of met de metro. Meest voor de hand is met de metro, maar om alles uit te sluiten hebben we 4 snelle onherkenbare auto’s ter beschikking die we op strategische posities parkeren. Verder bevindt zich op het metrostation een loket, een hokje met zicht op beide perrons. Met de leiding van de RET wordt contact opgenomen en we regelen dat er een collega, samen met een echte RET-medewerker die, wel grappig, ook tevens vrijwilliger is bij de politie plaatsnemen in het hokje.
Dit alles in overleg met de leiding van de RET, er mocht immers geen enkele RET-er weten van de missie. Ik krijg de opdracht om vermomd als hippie op het perron te gaan zitten. Iedereen is voorzien van verbindingsapparatuur, mooi verborgen onder de kleding evenals ons vuurwapen.

De ontmoeting zal ’s ochtends om 10:00 uur plaatsvinden, op het perron. Op zondagochtend om 06:00 uur verzamelen we ons op het politiebureau Zuidplein voor de briefing. Er hangt op dat moment een gespannen sfeer, want je wilt maximaal slagen voor deze klus. Alle taken worden verdeeld, de verbindingsapparatuur wordt getest. Er wordt ons een foto getoond van de vrouw, zodat we haar ook herkennen. Middels een plattegrond worden alle uitgangsposities nog eens doorgenomen en ik verkleed me. Ik zie er werkelijk niet uit. Collega’s gieren van de lach als ze me zien na mijn verkleedpartij. Mijn rugzak vul ik met een blik bier en diverse kledingstukken.

We nemen alle scenario’s door en spreken af dat bij de aanhouding vader en kind zo snel mogelijk gescheiden dienen te worden, zodat het kind niets overkomt. Het moet dus echt een verrassing zijn voor de man. Nou…. Dat wordt het ook!

Omstreeks 09:00 uur zijn we in verhoogde staat van paraatheid. Via stiekeme middelen horen we dat moeder contact heeft gehad en ze inderdaad op metrostation X de afspraak hebben om 10:00 uur. Dat is dus mooi. Om 09:30 uur verschijnt er op het metrostation een vrouw die we herkennen van de foto. De moeder is er dus. Via een klein microfoontje in mijn oor hoor ik de berichtgeving aan alle posten dat ze gearriveerd is op het station. Ik zit op dat moment in het metrostation op de grond in de hal met een blik bier in mijn handen. Inmiddels hebben al vele reizigers misprijzend naar mij gekeken, wel leuk hoe mensen dan naar je kijken en je beoordelen.
Ik merk dat de vrouw erg zenuwachtig is, want ze loopt te ijsberen door de hal van het station. Ze kijkt continue om haar heen. Ze loopt naar het loket van het RET-hokje en spreekt de “RET-medewerkers” aan. Ze vraagt aan hen of ze politie gezien hebben op het station. Ze verwacht dus kennelijk dat de politie zichtbaar op het station aanwezig is om haar ex-man aan te houden. We zijn er wel, maar niet zichtbaar. Ze zal wel gedacht hebben: "de politie doet niks !".

Kort voor 10:00 uur krijgt één van onze mensen de verdachte in het vizier. Hij stapt uit de metro en heeft gelukkig het kind bij zich in een buggy. Het wordt voorlopig scenario 1 dus. De vrouw maakt contact met haar ex-man, haalt haar kind uit de buggy en knuffelt deze. Ook de verdachte is zenuwachtig en kijkt continue om zich heen. Na enige tijd is te zien dat ze een heftige discussie voeren en we zien dat de verdachte heftig ‘nee’ schudt. We krijgen de indruk dat de vrouw het kind bij zich wil houden en niet terug wil geven. Via de mobilofoon krijgen we van onze groepscommandant door dat we alleen mogen ingrijpen als de verdachte en de vrouw een worsteling krijgen om het kind en hij eventueel geweld daarbij gaat gebruiken. Gelukkig gebeurt dit niet en de vrouw geeft het kind al huilend terug aan de verdachte. Deze plaatst het kind in de buggy. De vrouw buigt zich nog een keer over het kind heen en knuffelt het. Het is best zielig om dit te aanschouwen, omdat ze zich kennelijk hulpeloos alleen vindt. Ik denk bij mezelf : "nog even wachten, meid. Dan heb je je kind terug !" Hierna trekt de verdachte de buggy met het kind weg en loopt weg naar het perron. De collega RET-medewerker neemt contact op met de centrale om de aankomende metro te vertragen, zodat wij de tijd hebben om ons gereed te maken. Uit het zicht van de vrouw spoed ik me naar het hokje van RET en kleed me om in een heel andere outfit, gewoon als toerist. Ik loop het perron op met mijn krantje en ga in de buurt van de verdachte quasi mijn krantje zitten lezen. Ik heb, denk ik, geen letter van de krant gelezen, sterker nog, ik weet niet eens wat er in de krant gestaan heeft. Dan komt de metro er aan en stapt de verdachte in. Ik geef door dat de verdachte definitief in de metro gestapt is. Op dat moment beginnen de collega’s in de burgerauto’s om ons heen te zwermen. Ik zie dat de verdachte zich kennelijk ontspant, want hij heeft alle aandacht voor het kind, geeft het een lange vinger en een bekertje drinken. Ik geef door dat we metrostation Y  binnenrijden en zie dat de verdachte geen aanstalten maakte om uit te stappen. De metrobestuurder heeft de opdracht gekregen om aanzienlijk traag te handelen, zodat wij meer tijd hebben om bij elkaar te blijven. Het is best leuk om te zien dat er passagiers zijn die zich ergeren aan de trage bestuurder. Later blijkt ook dat de bestuurder er niks van snapte waarom hij zo traag moest zijn, hij is na de actie uiteraard wel ingelicht.
Korte tijd later rijden we het station weer uit richting B. Ik zie dat de verdachte zich gereed maakt om uit te stappen en geef dit door aan de collega’s op straat. Deze verzamelen zich rondom metrostation B en wachten in spanning af op mijn berichtgeving.

Dan stapt de verdachte uit op metrostation B. Ik stap ook uit en loop nonchalant achter de verdachte aan. Binnenin bonkt mijn hart, ik sta helemaal op scherp. Ik geef door dat de verdachte het metrostation verlaat en richting het park loopt.  Wanneer ik doorgeef dat we het park binnen lopen,  krijgen we van onze groepscommandant door dat we overgaan tot het aanhouden. Twee auto’s met elk twee collega’s worden dicht bij het park gepositioneerd tot ze een sein krijgen om het park binnen te rijden. Het aanvalsplan wordt gemaakt. Zes collega’s in drie koppels lopen van drie kanten het park binnen. Bij het passeren van de verdachte  ‘scheppen’ en ‘bevriezen’ we hem. Dit komt neer op het beetpakken van de verdachte onder de oksels en vloeren. Daarna boeien en wachten tot er een auto ter plaatse komt om hem af te voeren.

Ik ben getuige van een prachtig schouwspel, omdat ik de verdachte vrij dicht genaderd ben. Twee collega’s lopen zogenaamd druk pratend met elkaar op de verdachte af. De verdachte heeft dit misschien gezien, maar wat is er nou zo bijzonder aan twee mannen die ‘gezellig’ met elkaar lopen te praten. Maar schijn bedriegt want op het moment dat de ene collega hem links en de andere collega hem rechts passeert vliegt hij door de lucht heen en belandt met een smak op de grond. Razendsnel wordt hij op zijn buik gedraaid en geboeid. Hij gilt moord en brand en roept dat ze hem niet dood moesten maken. Ik snel toe, grijp de buggy en maakt me hiermee uit de voeten. Het was vrij druk in het park, dus het levert vrij veel aandacht van het publiek op. Een auto komt over het wandelpad aangescheurd en stopt bij de verdachte. Deze wordt snel ingeladen, op zijn buik liggend op de achterbank met daarop zittend een collega. Ik pak het kind uit de buggy en neem het op mijn arm. Het kind krijst alles aan elkaar bij het zien van zo’n vreemde vent. In de tweede auto, die inmiddels aan komt rijden, proppen we de buggy, we stappen in en rijden weg, voordat het publiek tijd heeft om te reageren op deze ‘ontvoering’. Missie geslaagd.
Voldaan kijken wij elkaar aan, wat een geweldige actie, zonder problemen. Onderweg naar het bureau krijgen we te horen dat de meldkamer plat gebeld wordt dat er een man en een kind zojuist zijn ontvoerd uit het park. Er worden een aantal surveillanceauto’s op afgestuurd, maar na een telefoontje met de meldkamer worden deze geannuleerd.
Op het bureau gekomen blijkt de verdachte ‘het in zijn broek’ gedaan te hebben, zo bang was hij geweest. Ondanks dat de collega’s hem bij de aanhouding meerdere malen hebben verteld dat we van de Politie zijn, gelooft hij het pas als hij het bureau binnen gaat. Hij vertelt later dat hij echt dacht dat hij vermoord zou worden door een bende.
Hij verklaart dat hij nooit van plan is geweest om zijn kind iets aan te doen, maar dit uit kwaadheid heeft gezegd tegen de rechter. Onze actie is een harde maar goede les voor hem geweest.

Korte tijd later ontfermt zich een blijde moeder over haar kind. Ze vraagt aan de recherche op wat voor manier we haar kind hier gekregen hebben, maar daar heeft ze tot op heden naar kunnen gissen.